‘Hoe spreek je mensen aan op een onderwerp waar je zelf nog niet eens over na wilt denken…?’ Dat was de vraag die door mijn hoofd bleef spoken toen ik laatst, samen met collega Debby, achter de stand van Proefdiervrij stond. In het kader van het Weekend van de Wetenschap stonden we onlangs op de faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht. Daar gaven we informatie over het dierdonorcodicil, een samenwerking tussen de Universiteit Utrecht en Proefdiervrij. Dat je overleden huisdier een proefdier het leven kan redden is natuurlijk geweldig, maar niet iets waar je een huisdiereigenaar mee wil overvallen.

 

Delicate informatie

Ik denk dat ik in de loop der jaren al heel veel uren heb gestoken in het schrijven van teksten over het dierdonorcodicil. Op papier staat het helder en logisch en doe ik mijn best om deze delicate informatie zo voorzichtig mogelijk in te leiden; ‘Hoe droevig het ook is, het overlijden van je huisdier is toch iets waar je in de toekomst mee te maken krijgt…’

 

Het dierdonorcodicil, hoe vertel je dat?

En dan sta ik aan de stand en dan blijkt er een wereld van verschil te zijn tussen schrijven of vertellen over dit onderwerp. Veel bezoekers komen speciaal voor de lezingen over de omgang met je huisdier. Die staan niet te wachten op informatie over de bestemming van hun overleden huisdier. Die staan eerder te popelen om met hun huisdier aan de slag gaan met alle tips die ze zonet hebben gekregen. Toch wil ik graag ons verhaal vertellen over het dierdonorcodicil, al was het alleen al omdat wij daarvoor speciaal zijn uitgenodigd.

 

De procedure

Ik kies er daarom voor om zo neutraal mogelijk over de procedure te vertellen. Dat een overleden huisdier, afhankelijk van de regio waar de dierenarts is gevestigd, kan worden opgehaald door de Universiteit Utrecht en op deze manier de studenten helpt om goede dierenartsen te worden. Deze aanpak blijkt te werken, de reacties zijn positief. Sommigen, die voor het eerst van het dierdonorcodicil horen, reageren enthousiast en noemen het zelfs een ei van Columbus; ‘ dat je met zo’n simpele maatregel zoveel dieren het leven kan redden!’. Er wordt zelfs gevraagd of onze folder meegenomen mag worden. Die geven we uiteraard graag mee!

 

Toch alvast bedenken?

Ik ben enorm enthousiast over het dierdonorcodicil. Maar als het gaat over mijn eigen kat wil ik er eerlijk gezegd nog niet eens aan denken! Natuurlijk wil ik dolgraag een proefdier het leven redden, maar ik kan en wil er niet aan denken dat ik het lijfje van mijn Kareltje ooit uit handen zou moeten geven. Ook al weet ik dat dat Kareltje niet meer is. Misschien is het mijn kop in het zand steken, maar tot dat vreselijke moment daar is kan ik daarover geen beslissing nemen.

Gelukkig weet ik dat de aangesloten dierenartsen precies weten wanneer ze het dierdonorcodicil onder de aandacht moeten brengen en goede begeleiding kunnen bieden als een dergelijk besluit genomen moet worden. Want het is echt geweldig dat het dierdonorcodicil bestaat! Maar als het om Kareltje gaat wil ik het er liever nog even niet over hebben…

Maar als je bedenkt dat in het verleden dieren nog werden gedood voor de anatomiepractica… Dan is het toch geweldig dat jouw dier zo’n belangrijke rol speelt in het vervangen van proefdieren. Van mij mag Karel eigenlijk best een proefdier redden. Het is toch goed om daar van te voren over na te denken. Maar ik hoop wel dat het nog een hele lange tijd duurt…!