Het vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie kan voor een forse toename in het aantal proefdieren zorgen. Europese data van oude dierproeven wordt na de Brexit mogelijk niet meer gedeeld met Britse bedrijven, wat zou betekenen dat deze dierproeven opnieuw gedaan moeten worden.
In de Europese Unie wordt data verkregen uit eerder verrichte dierproeven gedeeld met Europese lidstaten. Omdat onderzoeksresultaten al beschikbaar zijn, worden veel dierproeven voor bijvoorbeeld medicijnen en huishoudelijke artikelen niet meer gedaan.
Als het Verenigd Koninkrijk na de Brexit geen toegang meer heeft tot deze data, moeten zij al deze dierproeven opnieuw uitvoeren, om zo weer een bestand met betrouwbare gegevens op te bouwen.
Grootgebruiker in dierproeven
Het Verenigd Koninkrijk doet het de afgelopen jaren al niet zo goed op het gebied van proefdieren. Dat blijkt uit het Europese rapport van het aantal verrichte dierproeven over 2015, 2016 en 2017. Het Verenigd Koninkrijk verrichte tijdens deze jaren de meeste dierproeven ten opzichte van alle andere Europese lidstaten.
Omdat het Verenigd Koninkrijk na de Brexit ook de Europese richtlijnen omtrent dierproeven niet meer hoeft te volgen, zou dit kunnen betekenen dat het aantal Britse dierproeven stijgt.
Informatie moet gedeeld worden
Als bedrijven en wetenschappers samenwerken en informatie met elkaar delen, zou dat duizenden proefdieren kunnen besparen. Niet alleen data van verrichte dierproeven moet worden gedeeld, maar ook data van proefdiervrije onderzoeksmethoden. Zo maken we de toekomst proefdiervrij.