Vandaag verdedigt Marie-Jeanne Schiffelers haar onderzoek naar de toepassing van alternatieven voor dierproeven aan de Universiteit van Utrecht. ‘Waarom worden alternatieven voor dierproeven zo slecht geaccepteerd en toegepast als veiligheidstest van geneesmiddelen en chemicaliën ?’ was de centrale vraag in haar onderzoek.
Wat blijkt: de grootste barrière is de angst voor verandering! Zelfs als beoordelaars  en industrie  de mogelijkheid hebben om alternatieven te gebruiken, wordt meestal toch gekozen voor het doen van dierproeven omdat ze dat zo gewend zijn.

 

Nieuw is eng

Marie-Jeanne Schiffelers

De angst voor verandering speelt een rol op meerdere niveaus. Als eerste noemt Schiffelers onze samenleving: die is heel risicomijdend; we nemen met zijn allen liever geen risico’s. Het geeft nu eenmaal een prettig en veilig gevoel als we in een vertrouwde routine blijven. Ook in de wet- en regelgeving zie je dit verschijnsel. Dat blijkt uit de zeer strenge wet- en regelgeving voor de bescherming van mens en milieu. Als derde niveau beschrijft zij de onzekerheden die productbeoordelaars en de makers van deze producten  ervaren wanneer zij voor de keuze staan om nieuwe technieken te gebruiken waar zij niet mee vertrouwd zijn. Zelfs als dit innovatieve, proefdiervrije methoden zijn. Een belangrijke conclusie van Schiffelers is dan ook dat veel van de huidige barrières psychologisch en politiek zijn.

 

Barrières goed onderbouwd

Dat sprake is van psychologische barrières bij de invoering van nieuw proefdiervrij onderzoek heeft Schiffelers heel mooi in beeld gebracht en wetenschappelijk onderbouwd. Om deze barrières te slechten is het nodig dat toekomstige gebruikers eerder betrokken worden bij de ontwikkeling en implementatie van proefdiervrije methoden. We willen Marie-Jeanne Schiffelers, namens de proefdieren, hartelijk bedanken voor haar heldere analyse in een prachtige proefschrift en haar veel succes wensen met haar verdediging!