Mijn naam is Edi Hoogenboezem en ik ben tweedejaars biologiestudent aan de Rijksuniversiteit Groningen. Ik specialiseer me in neurowetenschappen. Ik ben tegen dierproeven, omdat ik het onrechtvaardig vind dat dieren lijden om de mens vooruit te helpen. Voor mij zijn dieren niet minder waard dan mensen, maar helaas heeft de meerderheid van het volk hier een andere mening over. Toen ik aan mijn studie begon, kwamen dierproeven dichterbij dan ooit. Tijdens colleges werd vaak over proeven met ratten en andere dieren verteld en vrijwel elk artikel dat we moesten lezen ging over proefdieronderzoek. Ook waren er (snij)practica met dieren. De andere studenten leken hier minder moeite mee te hebben, de meeste van hen zijn bereid na hun studie dierproeven te doen.

 

Proefdieren in het onderwijs

Bij studies in de levenswetenschappen wordt er vaak dierlijk materiaal gebruikt voor practica, maar dit wordt steeds meer beperkt. Een voorbeeld hiervan is de ontleding van een rat tijdens mijn eigen studie. Voorheen werden er ratten speciaal voor dit practicum gefokt, maar tegenwoordig wordt dit practicum gedaan met ratten die al eerder voor onderzoek zijn gebruikt. Ook konden studenten (indien ze toestemming hadden van de examencommissie) ervoor kiezen om filmpjes van de ontleding te bekijken in plaats van het zelf uit te voeren. Daarnaast hebben sommige universiteiten gedoneerde modellen die meerdere jaren gebruikt kunnen worden. Zo heeft mijn universiteit “plakjes” hersenen in hars van overleden Alzheimerpatiënten. Studenten kunnen hierop zien wat Alzheimer met de hersenen doet, zonder hiervoor dieren op te offeren.

 

Studenten zijn de toekomst

Doordat ik tijdens mijn studie keer op keer werd geconfronteerd met dierproeven, maakte ik me zorgen over mijn carrière na mijn studie. Ik wil dolgraag onderzoeker worden, maar dit leek onmogelijk zonder proefdieren. In de neurowetenschappen is onderzoek zonder proefdieren nog ondenkbaar. De hersenen zijn namelijk complex en moeilijk te vervangen door een ander model. Ik heb contact opgenomen met stichting Proefdiervrij en heb mijn dilemma voorgelegd. Na er goed over nagedacht te hebben heb ik besloten om een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van proefdiervrije modellen met een eigen onderzoek. Hoe meer alternatieven er zijn, hoe minder proefdieren er gebruikt hoeven te worden. Zo hoop ik zowel mens als dier te helpen.