Mijn naam is Victoria de Leeuw en ik ben in december 2016 begonnen als promovenda* in de onderzoeksgroep van Prof. Aldert Piersma bij het RIVM. Binnen de groep zijn we geïnteresseerd in de invloed van stoffen op de ontwikkeling van embryo’s in hun moeders buik. Daarvoor willen we proefdiervrije methoden ontwikkelen met een slimme combinatie cellen in een schaaltje (in vitro) en computermodellen (in silico) waarmee we het embryo na kunnen bootsen. Ik doe nu onderzoek naar een model gebaseerd op cellen dat het brein van een embryo nabootst. In dit model kan ik vervolgens kijken naar effecten van stoffen die hersenschade kunnen opleveren tijdens de ontwikkeling.
Van één dier naar een serie in vitro testen
Als een bedrijf een nieuwe stof op de markt wil brengen, moet dat bedrijf volgens de regelgeving aantonen dat de stof veilig is voor mens en milieu. Meestal wordt daarvoor een aantal dierproeven uitgevoerd. Vooral bij proeven voor effecten op de voortplanting worden er heel veel dieren gebruikt, dat moet anders kunnen! Tegelijkertijd moeten we ons wel realiseren dat een bakje cellen niet alle effecten in een compleet dier kan voorspellen. Als we proefdiervrij willen testen, hebben we dus een aantal in vitro methoden nodig om alle organen van een dier te kunnen bestuderen. Met mijn onderzoek wil ik een klein stukje aan de puzzel toevoegen door cellen te laten veranderen in jonge hersencellen, die zo een model kunnen zijn voor het brein van een embryo.
Breintjes maken van stamcellen
In ons lab gebruiken we stamcellen om deze “mini-breintjes” te maken. De promovendus vóór mij heeft het voor elkaar gekregen om stamcellen in een kleine twee weken te laten transformeren in hersencellen. Ik ben nu aan het kijken hoe ver deze cellen in hun ontwikkeling zijn. Soms heeft een stof heel specifiek invloed in een bepaalde fase van de hersenontwikkeling, dus moeten we goed weten welke fases onze cellen allemaal doorlopen. Dit doe ik door te kijken naar eiwitten die in de cellen zitten. Deze eiwitten zijn soms alleen in een bepaalde fase aanwezig en zo kunnen we er dus achter komen in welke fase van ontwikkeling de hersencellen zitten.
Cellen zijn net huisdieren
Werken in een lab lijkt vaak niet op een kantoorbaan. Het grootste verschil vind ik tot nu toe dat je dag draait om het onderhouden van je cellen. Cellen lijken wat dat betreft net huisdieren; ze hebben eten, een dak boven hun hoofd en een beetje aandacht nodig. Om de dag krijgen ze te eten in de vorm van een vloeistof met voedingsstoffen erin. Als ik mijn cellen tot mini-breintjes wil kweken, moet ik ze soms wel vier verschillende soorten vloeistoffen geven. Ook moet je voorzichtig zijn met het verplaatsten van de cellen van de lekker warme stoof waar ze overnachten (37 graden) naar de koude buitenlucht van het lab (kamertemperatuur) als je een proef gaat doen. Te lang in de kou vinden ze niet fijn! Aandacht lijkt soms ook wonderen te doen, dus het is niet heel raar als een onderzoeker liefkozende (en soms minder aardige) woorden naar zijn of haar cellen fluistert. En ja, soms moet je ook in het weekend naar het lab toe om ze een beetje liefde en aandacht te geven.
Ik hoop dat ik een klein beetje heb kunnen uitleggen wat we aan het doen zijn bij het RIVM om proefdiervrije methoden te ontwikkelen voor het testen van stoffen in het embryo. Heb je een vraag over het onderwerp zelf of over het lableven, laat het me weten. Ik schrijf er met plezier nog een blog over!
*een promovenda is een wetenschapster die na succesvolle afronding van een wetenschappelijk onderzoek promoveert tot ‘doctor’.