Het aantal dierproeven is ietsjes toegenomen. Dat blijkt uit het Jaaroverzicht dierproeven en proefdieren van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). We zijn blij dat de NVWA een stuk eerder haar dierproef-cijfers publiceert, maar we hadden gehoopt op een daling van het aantal proeven.

In totaal zijn in 2019 448.656 dierproeven uitgevoerd. In 2018 waren dit er 448.399. Het doel is nul dierproeven, en daar is nog behoorlijk wat werk voor aan de winkel.

Minder honden, zebravissen en ratten

Laten we beginnen met het goede nieuws. We zijn namelijk erg trots en blij op de vermindering van het aantal proeven met honden. Waar in 2018 ruim 1.000 proeven op honden werden gedaan, waren dit er in 2019 550. We geloven dat de proefdiervrije onderzoeken van Dr. Twan de Vries, prof. dr. Christine Mummery en prof. Robert Passier hieraan hebben bijgedragen. Zij gebruiken namelijk geen honden, maar menselijke cellen in hartonderzoek.

Ook lijkt de populariteit van de rat en zebravis, als proefdieren, af te nemen. Er zijn veel minder proeven op deze dieren gedaan in 2019 dan in voorgaande jaren. Daar staat tegenover dat er veel meer andere soorten vissen zijn gebruikt. Denk aan karpers, tilapia’s en regenboogforellen.

Muis nog steeds het meest gebruikte proefdier

Helaas zien we een stijging in het aantal proeven op varkens, geiten, schapen en runderen, kippen en huishoenders en muizen.

Muizen vormen nog steeds het grootste aandeel, met ruim 159.000 dieren worden bijna 40% van alle dierproeven op muizen uitgevoerd.

Grootste stijgers? Katten en fretten

Op fretten en katten werden bijna 40% meer proeven gedaan in 2019 dan in 2018. En Java-apen zien we helaas ook weer in het rapport staan: In 2018 werden er geen proeven gedaan met Java-apen, in 2019 helaas weer 38. Gelukkig werden er met resusapen minder proeven gedaan, en geen met klauwaapjes.

(tekst gaat verder na de afbeelding)

Jaaroverzicht dierproeven en proefdieren 2019, NVWA

Bron: Jaaroverzicht dierproeven en proefdieren 2019, NVWA

Fokoverschot

Er is jammer genoeg ook een stijging te zien in het fokoverschot, met 1,2%. Dit zijn 442.767 (!) proefdieren die wel gefokt zijn, maar niet gebruikt worden in onderzoek. Enkele proefdieren – meestal honden – hebben het geluk om vervolgens geadopteerd te worden; maar de meeste van deze dieren worden afgemaakt.

We pakken onverminderd door

Na de veel te late publicaties van het aantal dierproeven in de voorgaande jaren, zijn we blij met het tijdstip van dit rapport over 2019. Uiteraard zien we liever de cijfers nog eerder in het jaar, dit zal bijdragen aan de transparantie rondom dierproeven.

Toch laat dit rapport duidelijk zien dat we er nog niet zijn, wij gaan door zo lang het nodig is. De vele proefdiervrije projecten die wij steunen gaan ervoor zorgen dat dierproeven uiteindelijk overbodig worden. Onze samenwerking met de Nederlandse Brandwonden Stichting is een uitstekend voorbeeld van hoe we dit willen bereiken!

Bron: Jaaroverzicht dierproeven en proefdieren van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit