Thomas Bronsgeest (23) is op het eerste gezicht een gewone jongvolwassene met een liefde voor wetenschap. Maar wie met hem praat, merkt al snel dat Thomas ook een vurige passie voor dierenwelzijn heeft en sterk gelooft in een toekomst zonder dierproeven. Hij meldde zich als vrijwilliger bij ons, en wij vroegen ons af: wat drijft Thomas?

Vrijwilliger Thomas met twee katten in z'n armen

Van donateur naar vrijwilliger

Na het afronden van zijn bachelor Interdisciplinaire Sociale Wetenschappen en een master Architectuurgeschiedenis, besloot Thomas niet direct een fulltime baan te zoeken. In plaats daarvan wilde hij iets terugdoen. “Ik had net jarenlang gestudeerd en wilde een rustige overgangsperiode. Een tijdje iets doen wat er écht toe doet. Toen dacht ik: laat ik Stichting Proefdiervrij een mailtje sturen.”

Thomas kende ons al langer: “Ik had al een paar keer gedoneerd, en voelde me betrokken. Dus ik dacht: misschien kan ik meer doen dan geld geven. Gewoon vragen of ze iemand nodig hebben.” En dat hadden we. Tijdens zijn eerste gesprek bij ons werden verschillende mogelijkheden besproken. “We zaten met z’n drieën aan tafel en bespraken ideeën. Omdat ik tijdens mijn studie veel literatuuronderzoek heb gedaan, kwam al snel naar voren dat ik daarin iets kon betekenen.”

Dierenliefde in hart en huis

Zijn liefde voor dieren begon al op jonge leeftijd. “Ik ben opgegroeid met het idee dat je dieren met hetzelfde respect behandelt als mensen. En hoe ouder ik werd, hoe meer ik ze als gelijken ben gaan zien, of het nu om een mier of een koe gaat.”

Niet alleen loze woorden voor Thomas. Zo adopteerde hij twee katten via de Dierenbescherming, en redde meerdere reptielen uit slechte leefomstandigheden. “Ik heb onder andere een baardagaam die in een veel te klein terrarium zat. Dan koop ik een groter verblijf van mijn werkcenten en geef ik dat dier een goed leven. Zo simpel is het.”

De katten heten Cherry en Onni, en de baardagaam luistert naar de naam Rango. “Die naam kwam van z’n vorige eigenaar, van de film. Vond ik eigenlijk wel passen bij z’n karakter — een beetje een oude, relaxte man.”

Onderzoek zonder proefdieren

Sinds zijn start als vrijwilliger heeft Thomas twee grote onderzoeken uitgevoerd. Eén naar het gebruik van hart-chips als alternatief voor dierproeven, en één over het gebruik van apen in medische testen. Vooral dat laatste onderwerp riep bij hem gemengde gevoelens op. “Onderzoeken laten zien dat proeven met apen niet nodig zijn. Maar in bepaalde fases van medicijnontwikkeling wordt het nog steeds gedaan. Dat komt deels omdat we nog te weinig vergelijkingsmateriaal hebben.”

Toch ziet hij verandering. “Er zit een kantelpunt aan te komen. In recente literatuur zie ik steeds vaker alternatieve methoden opduiken. Het bewustzijn groeit. Politiek en maatschappij beginnen zich te realiseren dat het ook anders kan.”

Chips en stamcellen

Wat Thomas het meest fascineert, zijn de zogeheten organ-on-a-chip-technologieën. “Daarbij worden stamcellen gebruikt om mini-organen te maken op een chip. Zo kun je medicijnen testen zonder een dier in te zetten. Dat vind ik echt revolutionair. Je creëert als het ware een mens-in-een-chip.”

Volgens hem zit de sleutel in mindset én technologie. “Technisch gezien is er al veel mogelijk. Maar mensen zijn gewend aan hoe het altijd ging. ‘We hebben het altijd met dierproeven gedaan, dus doen we dat nog steeds.’ Dat moet veranderen.”

Een steentje bijdragen

Naast zijn vrijwilligerswerk werkt Thomas in de 24-uurszorg, bij cliënten met een tracheostoma. Een pittige baan, maar eentje die goed past bij zijn sociale karakter. “Uiteindelijk wil ik iets doen met kansengelijkheid of maatschappelijke projecten. Maar ik zal dit werk voor Proefdiervrij willen blijven doen. Want het maakt uit. Als iedereen een klein steentje bijdraagt, kom je samen heel ver.”

Zijn nieuwste onderzoek richt zich op medicijnen die goedgekeurd zijn zonder dat er dierproeven aan te pas kwamen. Een lastig onderwerp, omdat er nog weinig over gepubliceerd is. “Je leest altijd de succesverhalen, maar nooit over wat er misgaat. Terwijl daar juist waardevolle lessen in zitten.”

Toekomst zonder dierproeven

Wat hoopt Thomas met zijn werk te bereiken? “Dat we over vijf of tien jaar zó ver zijn, dat dierproeven écht verleden tijd zijn. En dat mensen inzien dat je ook zonder biologische achtergrond een verschil kunt maken. Als je maar nieuwsgierig bent en de wil hebt om te helpen. Ik dacht eerst: wat kan ík nou? Maar uiteindelijk heb ik toch iets bijgedragen. En dat motiveert me alleen maar meer.”

Dankzij mensen zoals hij kunnen we blijven laten zien dat onderzoek zonder dierproeven niet alleen mogelijk is, maar ook de toekomst al is. Wil jij ook iets doen voor proefdieren?