Waarom zoeken we naar proefdiervrije alternatieven, en waarom doe ik dat zelf?

Ik ben hoofd van het onderzoekslaboratorium van de afdeling Longziekten van het LUMC, en ik ben geen principieel tegenstander van dierproeven. Dierproeven hebben ons veel geleerd over het ontstaan van longziekten, en hebben bijgedragen aan de preventie van longziekten en de betere behandeling die vandaag de dag beschikbaar is voor patiënten met longziekten. Daarbij vind ik echter dat kritisch moet worden gekeken of dierproeven nuttig zijn, en dat ze alleen uitgevoerd moeten worden als het onderzoek niet op een proefdiervrije manier kan worden verricht. Waarom denk ik dat?

Ethische en wetenschappelijke bezwaren

Geen enkele onderzoeker voelt zich prettig bij het toebrengen van pijn aan proefdieren of het doden daarvan, en ik dus ook niet. Daarnaast denk ik dat het onderzoek in veel gevallen beter en relevanter kan. Dat is belangrijk omdat er steeds vaker – en terecht – kanttekeningen worden geplaatst bij de vertaalbaarheid van de resultaten van dierproeven naar de mens. Kortom: resultaten van dierproeven kunnen ons op het verkeerde spoor zetten. Deze ethische en wetenschappelijke bezwaren zijn voor mij de belangrijkste reden om te zoeken naar alternatieven voor dierproeven.

Recente ontwikkelingen bieden enorme mogelijkheden

De recente en toekomstige ontwikkeling van goede celkweekmodellen biedt enorme mogelijkheden voor proefdiervrij onderzoek. Van het proefdierlaboratorium naar het celkweeklaboratorium is daardoor geen al te grote stap meer. Sinds de eerste goed gedocumenteerde pogingen om weefsel buiten het lichaam in leven te houden aan het begin van de 20ste eeuw, en sinds de ontwikkeling van celkweektechnieken rond de jaren 50, is er enorme vooruitgang geboekt. Daardoor kunnen we nu veel meer erg relevant onderzoek doen zonder proefdieren, en praten we over “mini-longen” in kweek, en over een “long-op-een-chip”.

We willen het allemaal, we kunnen het, we kunnen het zelfs beter!

De positieve en inspirerende wijze waarop Proefdiervrij in samenwerking met overheid en onderzoekers bijdraagt aan het vervangen van dierproeven door betere proefdiervrije alternatieven is heel bijzonder. De vraag om alternatieven voor dierproeven komt vanuit de maatschappij en de wetenschap, terwijl ook het bedrijfsleven belang heeft bij de beste modellen en maatschappelijke steun voor hun werkwijze. Kortom, we willen het allemaal, we kunnen het, en we kunnen het zelfs beter! De methoden en technieken voor proefdiervrije alternatieven worden in snel tempo ontwikkeld, en ik draag graag bij aan nog beter Proefdiervrij longonderzoek.

Pieter Hiemstra
Afdeling Longziekten
Leids Universitair Medisch Centrum