Waarom werken dierproeven niet?

Waarom werken dierproeven niet?

Al eeuwenlang worden er proefdieren gebruikt voor wetenschappelijk onderzoek naar de mens. De prijs: ontzettend veel dierenleed. En dat niet alleen, want onderzoek op dieren vertaalt ook niet goed naar mensen. Zo blijken 9 van de 10 medicijnen die met dierproeven ontwikkeld zijn, uiteindelijk niet te werken voor mensen.

Op deze pagina leggen we uit waarom dierproeven niet werken aan de hand van ethische én wetenschappelijke argumenten.

Wat weet jij over proefdieren?

Denk jij dat je alles weet over proefdieren? Test je kennis met onze quiz en ontdek hoe jij een verschil kunt maken voor dieren! Wij werken aan een wereld waarin geen enkel dier hoeft te lijden voor wetenschap.

We erkennen dat dierproeven in het verleden hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van medicijnen. Maar, als we ons eerder hadden gericht op proefdiervrije methoden, dan zouden we veel sneller én goedkoper medicijnen voor mensen kunnen ontwikkelen. En dat had ons een hoop leed voor dier én mens bespaard. We moeten beseffen dat dieren anders zijn dan mensen.

4 redenen waarom dierproeven niet werken

1: De verschillen tussen mens en dier zijn te groot

Een mens is geen dier. Er zitten grote verschillen in de werkingen van onze lichamen: bijvoorbeeld in ons DNA, immuunsysteem, hersenen en darmen. Deze belangrijke verschillen tussen mensen en dieren zorgen ervoor dat proefdieronderzoek niet goed vertaald kan worden naar mensen.

Daarnaast zijn de omstandigheden van een proefdierenonderzoek onnatuurlijk. Neem bijvoorbeeld virussen: wij lopen virussen op een natuurlijke wijze op. Maar in een laboratorium wordt een proefdier opzettelijk met een virus geïnfecteerd, vaak door een injectie. De ontwikkeling en het verloop van een ziekte in een proefdier is daarom niet te vergelijken met de situatie in een mens.

Anne Burgers, adviseur wetenschap en innovatie: “In 1928 werd het levensreddende middel penicilline ontdekt door het te testen op cavia’s. Maar penicilline is hartstikke giftig voor cavia’s. Anno 2023 zou zo’n onderzoek daarom afgekeurd worden. Wie weet hoeveel potentieel levensreddende medicijnen voor mensen op dit moment afgekeurd worden, omdat ze giftig zijn voor dieren? Daarom is het belangrijk dat we nu doorzetten en investeren in mensgericht onderzoek. Dat is beter voor mens én dier.”

2: Dierproeven zijn niet ethisch

Naast alle wetenschappelijke argumenten, zijn er natuurlijk ook ethische argumenten tegen het gebruik van proefdieren. Zoals de stress en pijn die dieren ervaren tijdens het onderzoek en het feit dat bijna alle dierproeven eindigen met het overlijden van het proefdier.

Ook over het welzijn van proefdieren valt veel te zeggen. De Wet op dierproeven zorgt er in Nederland weliswaar voor dat het welzijn van proefdieren zo veel als mogelijk beschermd wordt, maar hoe comfortabel voelt een hond of aap zich, als het stressvolle bloedtesten ondergaat of geïnfecteerd wordt met een dodelijke ziekte?

3: Dierproeven zijn duur

Het is naar (en ook wel bijzonder), maar de aanschaf van een proefdier kost weinig geld. Toch is het doen van dierproeven erg duur. Proefdieren moeten in grote aantallen gefokt en onderhouden worden en omdat zoveel van de proefdieronderzoeken uiteindelijk falen, moeten dierproeven vaak talloze keren herhaald worden. Alternatieve methoden, zoals organoids en organen-op-chips, lijken in eerste instantie veel meer geld te kosten, omdat de ontwikkeling en aanschaf duur zijn. Maar op de lange termijn leveren ze sneller betrouwbare én relevante resultaten op.

Ook bij onderzoek geldt dus: goedkoop (proefdieren) is uiteindelijk duurkoop.

4: Dierproeven zijn niet duurzaam

Jaarlijks worden er wereldwijd miljarden proefdieren gefokt en gedood. Het zal je niet verbazen dat dit negatieve effecten heeft op het milieu. Het fokken en onderhouden van proefdieren kost water, voedselbronnen en energie – en zorgt voor afval. Daarnaast worden er in dierproeven ontzettend veel chemicaliën gebruikt.

Ondanks dat er nog geen harde cijfers zijn die de milieu impact van dierproeven met proefdiervrije alternatieven vergelijken, lijkt de impact van proefdiervrije alternatieven op de lange termijn gunstiger. Zo kunnen plastinaten bijvoorbeeld meerdere jaren gebruikt worden in het onderwijs, waardoor het niet meer nodig is om keer op keer proefdieren te fokken en te doden.

Hersenorganoids

Voorbeelden van dierproeven die niet werken

Wist jij dat muizen van nature geen Alzheimer kunnen krijgen? Hiervoor missen ze een bepaald eiwit, dat mensen wel aanmaken. Voor proefdieronderzoek worden muizen daarom genetisch gemodificeerd. Zo krijgen ze het missende eiwit alsnog toegediend. Het resultaat: een soort namaak van menselijke Alzheimer.

Dit is dus geen echte Alzheimer; het onderzoek en de resultaten zijn daarom ook allesbehalve betrouwbaar. En dat is bewezen in dit onderzoek naar een medicijn voor Alzheimer uit 2003. Toen het medicijn op muizen werd getest, werkte het perfect. En dus begon de klinische fase, ofwel de fase waarop onderzoek wordt gedaan op vrijwillige proefpersonen.

Je raadt het al: het medicijn werkte niet voor mensen. Sterker nog, het bleek zelfs gevaarlijk! Bij een deel van de proefpersonen ontstond na het nemen van het medicijn namelijk een zwelling van de hersenen. De testen zijn dan ook stopgezet.

Conclusie: een medicijn dat wel voor muizen werkte, bleek niet te werken voor mensen. En dat gebeurt in 88% van de gevallen waarbij een medicijn is ontwikkeld met dierproeven.

Ook interessant: are animal models predictive for humans?

Ook het tegenovergestelde is mogelijk. Penicilline bijvoorbeeld, is een levensreddend middel voor mensen maar dodelijk voor cavia’s. Toentertijd is het goedgekeurd; maar als penicilline anno 2023 getest zou worden, zou het afgekeurd worden.

Dan rest ons de vraag: hoeveel medicijnen worden er door dierproeven afgekeurd, terwijl ze eigenlijk levensreddend zouden kunnen zijn? Hoeveel werkende medicijnen hebben we afgeschoten, omdat we met proefdieren onderzoek doen?

Een ander voorbeeld zijn ontstekingsremmers ook wel corticosteroïden. Deze medicijnen dragen weliswaar een lijst van bijwerkingen met zich mee, maar hebben in ieder geval geen negatief effect op de zwangerschap van mensen. En bij proefdieren? Daar leiden de remmers vaker wel dan niet tot een abortus.

Een virus verspreidt zich van mens tot mens, dankzij kleine druppeltjes die vrijkomen tijdens het hoesten en niezen. Doordat we deze druppeltjes inademen of omdat deze op onze handen terecht komen, worden we besmet. Maar virusonderzoek op dieren verloopt heel anders. Hier wordt er niet geniest of gehoest: bij een proefdier wordt het virus direct in hun bloedbaan geïnjecteerd. Helemaal niet natuurlijk dus.

Een ander voorbeeld is een herseninfarct. Eén van de belangrijkste oorzaken van een herseninfarct bij mensen is aderverkalking. Dit komt bij muizen van nature niet voor en dus wordt het diertje op een kunstmatige wijze ziek gemaakt. Bijvoorbeeld door kunstmatige bloedproppen in de aderen van muizen te stoppen.

Auw!

Maar een muis is geen mens: we kunnen wel kunstmatig bloedproppen in een muis stoppen, maar dan laten we alle oorzaken van bloedproppen bij mensen links liggen. Dit is een van de redenen dat er ondanks uitgebreid proefdieronderzoek nog steeds geen goed medicijn is tegen aderverkalking. En dat geldt ook voor ziekten als kanker, ALS en Alzheimer (zie voorbeeld 1). De verschillen tussen dieren en mensen zijn dusdanig groot dat proefdieronderzoek naar deze ziekten tot weinig effectieve behandelingen leidt.

Een veelgehoord argument voor dierproeven is dat mensen en dieren grotendeels dezelfde genen hebben. Maar wat we vervolgens niet horen, is dat er grote verschillen zitten in hoe deze genen werken. Zie het maar als een piano: alle piano’s hebben toetsen, maar door de toetsen op een andere volgorde of snelheid te spelen komt er hele andere muziek uit.

Eén voorbeeld wat de verschillen tussen mens en dier laat zien, is dit onderzoek naar diabetes. De muizen die hiervoor gebruikt worden, missen een gen dat een bepaald eiwit aanmaakt. Mensen hebben dit gen wel.

Om het onderzoek alsnog te doen, werd het missende gen daarom kunstmatig in de muis geplaatst. Dit heet ook wel genetische modificatie. Maar waar het gen bij mensen voor controle over de bloedsuikerspiegel zorgt, gebeurde in muizen het tegenovergestelde. Zij raakten de controle juist kwijt. Logisch: want een dier is geen mens.

Rol van dierproeven door de eeuwen heen

Dierproeven worden al sinds de Oudheid gedaan. Tijdens deze eerste dierproeven werd geconcludeerd dat men meer over het menselijk lichaam te weten kan komen, door dieren te onderzoeken. Zo heeft Frederick Banting 1921 met dierproeven ontdekt dat insuline gebruikt kan worden voor de behandeling van diabetes.

Maar inmiddels leven we in de 21e eeuw. En ondanks de vele proefdiervrije ontwikkelingen van de afgelopen jaren, die bewijzen dat proefdiervrij onderzoek beter werkt, zijn dierproeven binnen de wetenschap toch nog altijd de gouden standaard. Iets wat zo genormaliseerd is, wordt namelijk moeilijk veranderd.

geschiedenis proefdier konijn

Op weg naar een proefdiervrije wereld: uitdagingen en vooruitgang

Een wereld zonder dierproeven is realistisch en haalbaar. Het enige probleem is dat het een tijdje zal duren voordat dierproeven voorgoed overbodig zijn. Dit heeft verschillende redenen.

Allereerst gebruiken wetenschappers al eeuwenlang proefdieren als modellen om menselijke ziekten en organen te bestuderen. Het veranderen van deze oude gewoonte kost tijd. Daarnaast moeten wetenschappers alternatieven voor dierproeven eerst ontwikkelen, valideren en accepteren, voordat zij dierproeven overbodig kunnen maken. Ook dat kost veel tijd, geld en moeite. Bovendien is vertrouwen en acceptatie van deze alternatieven belangrijk binnen de wetenschap én regelgevende instanties (denk aan de overheid).

Verder begrijpen we helaas ook (nog) niet alles van ons eigen lichaam. En als we nog niet goed weten hoe bepaalde organen werken, is het moeilijk om op de mens-gebaseerde methoden te ontwikkelen. Het is nu nog niet mogelijk om alle ingewikkelde processen die in ons lichaam plaatsvinden, na te bootsen. Maar om daar dan maar dieren voor te blijven gebruiken, dat is dus ook niet de oplossing. Voor ons niet en zeker voor de dieren niet.

Gelukkig komen we steeds dichter bij een oplossing. We zijn waarschijnlijk zelfs verder dan je denkt!

Door bestaande proefdiervrije methoden te combineren en te verbeteren vinden we betere alternatieven voor dierproeven. Het is ook heel belangrijk dat we, waar het al kan, proefdieren daadwerkelijk vervangen door andere methoden. Om dit allemaal mogelijk te maken moeten ook de regels worden aangepast, zoals bijvoorbeeld in 2013 gebeurde met de Europese Cosmeticawet.

Waarom veel wetenschappers nog dierproeven gebruiken voor hun onderzoek
Helaas vinden veel wetenschappers dierproeven nodig voor het doen van onderzoek, bijvoorbeeld omdat ze geloven dat diermodellen het dichtst bij het nabootsen van een menselijke lichaam komen. Gelukkig zien steeds meer wetenschappers in dat ook proefdiermodellen niet volledig vergelijkbaar zijn met een mens en dat proefdiervrije alternatieven minstens net zo goed, of zelfs beter, zijn. Door onderzoek te doen naar de mens op basis van de mens, en niet het dier, zetten deze wetenschappers zich in voor het verbeteren van onderzoek en het overbodig maken van dierenleed.

wetenschap innovatie

Wat is er nodig voor een proefdiervrije wereld?

Om een proefdiervrije wereld te bereiken, zijn drie belangrijke elementen nodig: meer geld, meer kennis en meer vertrouwen.

Door meer te investeren in proefdiervrij onderzoek, kunnen wetenschappers meer proefdiervrije modellen ontwikkelen die dierproeven overbodig maken. En door wetenschappers en het publiek te informeren over de proefdiervrije mogelijkheden, groeit het vertrouwen in proefdiervrij onderzoek. Hierdoor zullen meer onderzoekers zich gaan richten op het ontwikkelen van proefdiervrije methoden én zal de wetgeving sneller aangepast worden.

Hartonderzoek Hond

Nieuwsbrief

E-mail icoon

Meld je nu aan voor onze nieuwsbrief en ontvang elke maand het laatste proefdiervrije nieuws.

Word donateur of doneer eenmalig