Een orgaan-op-een-chip, of organ-on-a-chip, is op het eerste gezicht een heel simpel dingetje. Het ziet eruit als een plastic plaatje, een soort doorzichtig legoblokje met daarin wat simpele buisjes en draadjes. Maar de ogenschijnlijke eenvoud is bedrieglijk. De chip is in werkelijkheid een geavanceerd model waarin tussen de twee delen waaruit de chip bestaat, menselijke cellen leven op een plastic blaadje, het zogenaamde membraan. Hier wordt het menselijke lichaam op verbluffende wijze nagebootst.
Het menselijk lichaam in miniatuurformaat
De cellen zijn met het blote oog niet waarneembaar. Door micro-kanaaltjes stroomt een minieme hoeveelheid vloeistof om onder meer de groeiende cellen te voeden. Hiermee wordt de bloedstroom gesimuleerd. Er bestaan ook long-op-een-chip waarbij de cellen ook blootgesteld worden aan lucht. De vloeistof wordt aan- en afgevoerd met behulp van miniatuurpompjes. In de chip zitten sensoren die het ‘gedrag’ van de cellen monitoren en zijn de cellen onder een microscoop te bestuderen.
Body-on-a-chip
Een groep onderzoekers van het MIT heeft een chip ontwikkeld die wel tien menselijke ‘organen’ bevat, een zogenaamde body-on-a-chip. Hierdoor is het mogelijk om wisselwerkingen tussen de verschillende organen te onderzoeken. De chip van het MIT bevat cellen van een lever, long, darm, baarmoederslijmvlies, brein, hart, alvleesklier, nier, huid en spier. Elk orgaantje bestaat uit clusters van 1 tot 2 miljoen cellen.
Foto: MIT