Blog geschreven door Andrew J. Barnhart

Welkom bij Drijfveren. Hier vertellen Proefdiervrij-onderzoekers wat hen motiveert om tegen de stroming in te gaan. In deze editie lezen we het verhaal van Andrew J. Barnhart. Hij is o.a. promovendus bij het Interfacultair Centrum voor Biomedische Ethiek en Recht van de KU Leuven en doet promotieonderzoek bij het innovatie netwerk OrganoVIR: Organoids for Virus Research. In zijn onderzoek zet hij de morele bezwaren van dierproeven tegenover de ethiek van organoids. Hiermee wil hij aan wetenschappers en publiek aantonen dat organoids dierproeven kunnen en moeten vervangen. Je zou verwachten dat er geen ethische bezwaren zouden zijn bij organoids, maar dat blijkt nog niet zo simpel.

Debby Weijers

Kun je meer vertellen over wat je doet en wat jou drijft?

“In mijn onderzoek staat de ethiek centraal. Ik leg organoids (‘mini-organen’ die gemaakt worden van menselijke stamcellen) en dierproeven naast elkaar om ze te vergelijken op moreel vlak. De morele bezwaren tegen dierproeven zijn duidelijk, maar ook bij (specifieke) organoids worden vraagtekens gezet. Want, wat doen we als organoids van hersenen een mogelijk bewustzijn kunnen ontwikkelen? En hoe wordt er gekeken naar de ontwikkeling van organoids die model staan voor menselijke embryo’s? En hoe verhouden organoids zich tot de donoren van de stamcellen?

Om goede, duidelijke en blijvende gedragscodes of een openbaar beleid te ontwikkelen, is het van belang dat het voor iedereen volledig duidelijk is wat organoids werkelijk zijn (‘slechts’ klompjes cellen of is het meer?) en hoe mensen en de samenleving zich daarmee verhouden.”

Waarom is dit nodig?

“Door mijn onderzoek hoop ik ethische twijfels over organoids aan te pakken en zo te laten zien dat ze – ook op moreel vlak – een betere onderzoeksmethode zijn dan dierproeven. Door dit te doen is de kans groter dat organoids wereldwijd ingezet gaan worden.”

Samenwerking met Proefdiervrij

“Proefdiervrij is een partner van OrganoVIR en zo kwam ik hier terecht voor mijn onderzoek en promoveren. Als onderdeel van mijn promotietraject werk ik momenteel nauw samen met Proefdiervrij om meer te leren over de ethische kanten van organoids, communicatie en andere innovatieve onderzoeken. Proefdiervrij helpt me hierin en heeft een ruim netwerk van wetenschappers (en hun onderzoeken) waar ik uit kan putten.

Het team van Proefdiervrij bestaat uit warme mensen die allemaal zeer gedreven en gepassioneerd zijn in wat ze doen. Ze supporten mij enorm en zijn enthousiast over en geïnteresseerd in wat ik doe.”

Personalised medicine heeft de toekomst

“Ik hoop natuurlijk dat er zo snel mogelijk op morele wijze volledig gebruik kan worden gemaakt van organoids en andere biotechnologie. Organoids zijn krachtige tools. Ze bieden ontzettend veel informatie op het gebied van persoonlijke gezondheid –zelfs als het gaat om erfelijkheid of ontwikkeling van ziektes.

Er zijn onderzoekers die dankzij het gebruik van organoids specifieke ziektes en de ontwikkeling hiervan kunnen onderzoeken. En die onderzoeken zijn succesvol, zonder dat er dierproeven aan te pas komen!

Het kan verdere draagkracht geven aan vormen van personalised medicine, zoals op maat gemaakte behandelingen, medicijnen en therapieën. Ik verwacht een opmars van deze persoonlijke vorm van geneeskunde in de komende 10 jaar.

Uiteraard moeten we blijven zorgen dat deze nieuwe proefdiervrije alternatieven op een morele manier worden ingezet, zowel nu als over tien jaar.”

Ook in de toekomst blijft ethiek van belang

“Ik weet zeker dat ethiek altijd een belangrijk onderdeel blijft in de biotechnologie. De ethiek van organoids staat nog in de kinderschoenen en zal ongetwijfeld blijven groeien naarmate het organoids-onderzoek zich verder ontwikkelt. Door scherp te blijven op dit onderwerp, kunnen we de twijfels wegnemen of beleid ontwikkelen om er mee om te gaan. Zo blijven organoids relevant en blijven proefdieren overbodig.”

Onderzoekers als Andrew inspireren ons, en nog belangrijker; anderen. Hij bewijst dat de proefdiervrije wetenschap de toekomst heeft.

Benieuwd naar de drijfveren van andere onderzoekers?