Een platform, gevoed met menselijke data, dat alle bestaande en toekomstige informatie over de veiligheid van stoffen beschikbaar maakt voor onderzoekers wereldwijd. Dat is waar mensen van meer dan 30 samenwerkingspartners aan werken. We praten erover met Cyrille Krul en Anne Kienhuis, samen met Juliette Legler, de initiatiefnemers van het unieke internationale project “de Virtuele Mens” dat uiteindelijk proefdiergebruik binnen veiligheidsonderzoek overbodig kan maken.

Het begon allemaal aan de Hogeschool Utrecht (HU), in een klein kamertje waar Cyrille en Anne tijdens het interview ook samen achter de webcam zitten. Een kale muur, de knalrode letters van de HU op het raam. ‘Niet echt een heel inspirerende ruimte, nee,’ lachen ze. ‘Meer een hok.’ Toch is dit de plek waar ze in 2018 voor het eerst de koppen bij elkaar staken. Cyrille: ‘Ik vond al langer dat de beoordeling van de veiligheid van stoffen vernieuwd moest worden en wist zeker dat Anne en Juliette er ook zo over dachten.’ Zo begon het werken aan het Virtual Human Platform. Oftewel: een computermodel van de mens.

Onderzoek naar de veiligheid van stoffen

Cyrille werkt bij de HU, Anne bij het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en Juliette bij de Universiteit Utrecht (UU). Alledrie hebben ze een achtergrond in toxicologie, de wetenschap die zich bezighoudt met de werking van giftige stoffen op biologische systemen. En een mens, dat is natuurlijk ook een biologisch systeem. De resultaten van dierproeven laten zich lang niet altijd doorvertalen naar mensen. Een platform gevoed met menselijke data kan de menselijke biologie wél nabootsen. Het Virtual Human Platform integreert gegevens van mensen met informatie over chemische stoffen én hoe veilig of onveilig deze zijn.

Niet bezig met proefdieren

Daarom praten Anne en Cyrille liever niet over het ‘vervangen van dierproeven’. Anne: ‘Door de vergelijking als uitgangspunt te nemen, beperk je jezelf. Wij kiezen niet voor afbreken, maar voor opbouwen. We willen alle kennis die er is én de kennis die we in het project opdoen met onderzoek in bijvoorbeeld reageerbuisjes of petrischaaltjes bij elkaar brengen en toegankelijk maken.’ Cyrille: ‘We zien veel onderzoekers die ‘het beste onderzoeksmodel’ zoeken. Terwijl verschillende modellen verschillende toepassingen kunnen hebben.’ Anne: ‘Wij dagen collega’s uit om te kaderen wat de mogelijkheden en beperkingen van hun model zijn. En de data die uit al die modellen komen, die brengen wij samen op het platform.’

Een kijkje in het lab

Terugbrengen tot de kern

Die uitdaging begon met het op een rij zetten van wat we nu eigenlijk willen weten over het gebruik van stoffen, los van de huidige testmethodes. Over de basis lijkt iedereen het eens. Cyrille: ‘We willen allemaal voorkomen dat medicijnen en chemicaliën een negatieve invloed hebben op mensen, zodat iedereen veilig en gezond kan leven, wonen, werken en oud worden.’ Anne: ‘En dat maakt ons vakgebied ook zo lastig. Want het effect van stoffen kan anders zijn voor man en vrouw, jong en oud, ziek en gezond. In proefdieronderzoek worden die variabelen niet altijd meegenomen, in het Virtual Human Platform wel.’ 

“Het effect van stoffen kan anders zijn voor man en vrouw, jong en oud, ziek en gezond. In proefdieronderzoek worden die variabelen niet altijd meegenomen, in het Virtual Human Platform wel.”

Verschillende expertises

Aan het project werken niet alleen toxicologen en datawetenschappers, maar ook sociale wetenschappers die alles weten over hoe je mensen meeneemt in grote veranderingen. Anne: ‘Die aanpak maakt ons project uniek.’ Cyrille: ‘En is ook essentieel. Natuurlijk moet een aanpak aantoonbaar betrouwbaar zijn, maar dat is niet genoeg. Je hebt ook maatschappelijk draagvlak nodig en moet mensen opleiden.’ Anne: ‘Op dit moment brengen we in kaart wat verschillende stakeholders, zoals wetenschappers, regulerende instanties, overheid en burgers, nodig hebben.’

De volgende stap

Afgelopen september kwamen alle teams bij elkaar om zich samen over de cases te buigen en zo alle lijntjes samen te brengen. Anne: ‘Waarschijnlijk komen toxicologen er dan achter dat zij nog niet alle relevante data hebben en datawetenschappers dat ze de data die wordt aangeleverd nog nergens kwijt kunnen.’ Cyrille: ‘Uiteindelijk willen we dat het platform geschikt wordt voor álle veiligheidsonderzoeken, maar we testen met drie cases: nierfalen door medicatie, levenslange blootstelling aan pesticiden en schildklier gerelateerde schade aan de hersenontwikkeling door pesticiden. We willen meer casestudies doen, bijvoorbeeld gericht op de veiligheid van nieuwe eiwitten in voedingsmiddelen.’ Anne: ‘We zetten alles op alles om met dit project een enorme impact te maken.