Welkom bij Drijfveren. Hier vertellen onderzoekers wat hen motiveert om proefdiervrij onderzoek te doen. Dit keer is het woord aan Lutz Tebbe, masterstudent cognitive neuroscience aan de Radboud Universiteit Nijmegen. In zijn eerste studiejaren dacht Lutz dat je als hersenonderzoeker altijd dierproeven moet doen. Maar tijdens een cursus over werken met proefdieren, maakte hij ook kennis met de alternatieven. De universiteit nodigde daarbij ook Proefdiervrij uit voor een gastcollege over proefdiervrije innovaties. Lutz was blij verrast om te horen dat het ook anders kan: ‘Dierproeven hebben zoveel tekortkomingen. Mensen en dieren gedragen zich bijvoorbeeld heel anders en onderzoeksresultaten vertalen van proefdieren naar mensen is lastig.’
Het allercoolste wat er bestaat
Vanaf het moment dat Lutz als middelbare scholier een model zag van hoe de hersenen signalen verwerken, vond hij hersenwetenschap ‘het allercoolste wat er bestaat’. Hij koos voor een studie cognitieve hersenwetenschap aan de Radboud Universiteit Nijmegen. “Als ik het helemaal plat zou moeten slaan, zou ik zeggen dat ik me bezighoud met de user experience van al die processen die zich in je brein afspelen.”
Dierproeven nog steeds de gouden standaard
Dat onderzoek doen met proefdieren niet toekomst proof is, is volgens Lutz duidelijk. Toch ziet hij dat proefdieren binnen de hersenwetenschap nog steeds de gouden standaard zijn. “Wetenschappers weten allemaal dat dieren geen goed model zijn voor mensen, maar het is moeilijk om financiering of publicaties te krijgen als je niet op dieren wilt testen. Het zit gewoon ingebakken in het systeem. Als gerenommeerd onderzoeker heb je op een gegeven moment meer te kiezen, maar jonge onderzoekers die niet met proefdieren willen werken, kunnen daar last van hebben bij het opstarten van hun carrière.”
Niet over ethiek praten, maar over wetenschap
Lutz praat niet graag over de ethische kant van proefdiergebruik. “Natuurlijk speelt dat mee, maar als je te veel focust op dierenwelzijn, loop je het risico dat vakgenoten je wegzetten als ‘dierenliefhebber’ en je inhoudelijk minder serieus nemen. Volgens mij kunnen we het beter puur wetenschappelijk bekijken: veel resultaten uit proefdieronderzoek blijken uiteindelijk ronduit fout, bijvoorbeeld omdat het lastig is om resultaten te vertalen van dieren naar mensen. Maar ook omdat het moeilijk is om een dierproef precies te herhalen, waardoor het niet altijd makkelijk is om resultaten uit verschillende proefdieronderzoeken met elkaar te vergelijken. Dat is voor wetenschappers natuurlijk ook niet bepaald aantrekkelijk: we willen allemaal werken met modellen die de wetenschap vooruit brengen. Als we vanuit die wens vertrekken, komen we vanzelf bij proefdiervrije modellen uit.”
Leren van andere expertises
Na het gastcollege deed Lutz mee aan een Helpathon, een evenement waar professionals met verschillende achtergronden samenkomen om een proefdiervrij vraagstuk op te lossen. Proefdiervrij was hier ook. “Ik wist niet zeker of ik mocht komen, omdat ik nog student ben. Toen ik een mail kreeg dat ik welkom was, was ik superenthousiast.” Hij vond het een leerzame ervaring. “De vraag die de een opwierp, kon een deelnemer met een andere expertise soms meteen oplossen.” Hij werd lid van Young TPI, een groep voor jonge onderzoekers die bij willen dragen aan de transitie naar een wereld zonder proefdieren.
Proefdiervrije modellen op een podium
Lutz vindt dat er meer aandacht moet komen voor proefdiervrije onderzoeksmodellen en denkt dat jonge onderzoekers daar laagdrempelig aan kunnen bijdragen. “Markeer in Google Scholar bijvoorbeeld alle onderzoeken waarin niet op dieren getest is. Dan heb je zelf steeds meer kennis die je kunt delen in gesprek met vakgenoten.” Zelf praat Lutz graag over hersenorganoids en hersenen-op-chip. “Die zijn zo belachelijk geavanceerd, dat het echt onvoorstelbaar is dat we die niet veel vaker gebruiken.”
De ultieme vraag voor jonge onderzoekers
Uiteindelijk denkt Lutz dat er één vraag is die jonge onderzoekers zichzelf veel vaker zouden moeten stellen: “Leg ik me neer bij dierproeven omdat ze zinnig zijn, of omdat mijn docent of leidinggevende het ook doet?”
Het verhaal van Lutz laat zien dat de weg naar proefdiervrij onderzoek niet alleen mogelijk is, maar ook noodzakelijk. Door samen te werken, kennis te delen en jonge onderzoekers te stimuleren om proefdiervrije modellen te omarmen, kunnen we de wetenschap vooruit helpen en een toekomst creëren waarin dierproeven overbodig zijn. Lutz’ advies aan zijn vakgenoten is duidelijk: durf kritisch te zijn en kies bewust voor wetenschappelijke vooruitgang zonder dieren. Bedankt Lutz, voor dit interview én dat je anderen meeneemt op weg naar een proefdiervrije wereld.
Word lid van onze LinkedIn groep
De Animal Free Gallery is jouw platform om successen te delen, kennis uit te wisselen, en te netwerken met gelijkgestemde professionals en wetenschappers. Samen kunnen we stappen zetten naar innovaties zonder dierproeven. Doe mee en vier met ons elke ontwikkeling richting ethisch en innovatief onderzoek!