In het kort:
- Decennialang werden duizenden konijnen ieder jaar ingespoten met vaccins en geneesmiddelen om te kijken of ze daar koorts van kregen.
- Het proefdiervrije alternatief werd al in 2010 officieel erkend – toch werden konijnen nog 15 jaar lang gebruikt.
- Op 1 juli 2025 werd deze zogeheten pyrogeniciteitstest met konijnen in heel Europa definitief verboden.
- De traagheid van beleidsveranderingen, de conservatieve houding van de farmaceutische industrie en een gebrekkige handhaving kostten tienduizenden dierenlevens.
- De lessen die we hieruit kunnen leren moeten we gebruiken als springplank om andere achterhaalde dierproeven snel uit te bannen.
Even terug: geneesmiddelen testen op konijnen
Eerder dit jaar, op 1 juli 2025, verdween de zogeheten pyrogeniciteitstest op konijnen eindelijk uit Europa. Decennialang werden ieder jaar duizenden dieren ingespoten met medicijnen en vaccins om te zien of ze daar koorts van kregen. Dieren die het overleefden, werden alsnog gedood. Deze zomer kwam eindelijk een einde aan een pijnlijke, wrede en vooral achterhaalde test.
Het proefdiervrije alternatief lag namelijk al 15 jaar klaar. De Monocyte Activation Test (MAT-test) werkt met menselijke cellen en is daardoor betrouwbaarder dan testen op konijnen. In 2010 (!) werd de MAT-test opgenomen in de Europese Pharmacopoeia, het wettelijke handboek dat de kwaliteit van geneesmiddelen in Europa beschermt. Toch duurde het daarna nog vijftien jaar voordat de konijnentest ook daadwerkelijk verboden werd.
Waarom ging het testen op konijnen zo lang door?
De geschiedenis van deze test laat zien hoe stroperig de transitie naar een proefdiervrije wetenschap verloopt. Zelfs als een beter en proefdiervrij alternatief ontwikkeld én goedgekeurd is, wil dat niet automatisch zeggen dat de dierproef verdwijnt of verboden wordt. De drie belangrijkste redenen hiervoor zijn:
- Wetgeving en beleid veranderen langzaam
Het goedkeuren van een proefdiervrij alternatief is een belangrijke stap. Maar wordt het proefdiervrije alternatief wel toegevoegd aan het wettelijke handboek dat de kwaliteit van geneesmiddelen in Europa beschermt, maar de dierproef niet geschrapt? Dan blijft de methode met proefdieren óók in gebruik. Dit gebeurt omdat toezichthouders (uit angst voor risico’s) de bekende dierproef vaak als ‘zekere’ back-up willen behouden, ook al is dat in de praktijk schijnveiligheid. - De farmaceutische industrie is conservatief
Farmaceuten en laboratoria houden vaak liever vast aan bekende methodes, zelfs als die zorgen voor dierenleed. Overstappen op nieuwe technieken en routines kost nou eenmaal tijd en geld. - Gebrek aan handhaving en druk
Zolang de maatschappij niet aandringt en de politiek niet dwingt, blijft een goedgekeurd alternatief vaak een keuze in plaats van de norm. Bij de pyrogeniciteitstest zorgden aanhoudende kritiek en acties van organisaties als Cruelty Free International ervoor dat de beleidsmachine uiteindelijk tóch in beweging kwam en het verbod op 1 juli inging.
Wat zegt dit over andere dierproeven?
De pijnlijke les van deze 15 jaar vertraging is dat erkenning van een proefdiervrij alternatief niet genoeg is. Daadkrachtig beleid is nodig om de overgang naar een proefdiervrije wetenschap af te dwingen. Want de pyrogeniciteitstest met konijnen is helaas geen uitzondering. Er worden nog steeds dierproeven gedaan waarvoor al een proefdiervrij alternatief bestaat. Cruelty Free International heeft deze onnodige onderzoeken verzameld op de zogeheten RAT-list: de Replace Animal Tests List.
Een schrijnend voorbeeld is de LAL-test, waarbij bloed wordt afgetapt bij degenkrabben. En omdat degenkrabben geen centraal zenuwstelsel hebben, worden deze dieren niet eens ‘beschermd’ onder de Wet op dierproeven. Een schrijnende situatie. Want dezelfde MAT-test die de pyrogeniciteitstest met konijnen kon vervangen, maakt de degenkrabben óók overbodig.
Wat moeten we nu doen?
Het recent doorgevoerde verbod bewijst dat verandering wel degelijk mogelijk is. Tegelijkertijd maakt de doorlooptijd die dat nodig had pijnlijk duidelijk hoeveel dierenlevens het kost als het definitief overstappen van een dierproef naar een proefdiervrij alternatief te lang duurt. Daarom moeten we:
- Sneller schakelen. Is een alternatief wetenschappelijk en wettelijk erkend? Dan moet de dierproef meteen verdwijnen uit de regelgeving.
- Internationale samenwerking versterken. Dierproeven kennen geen landsgrenzen. Alleen met wereldwijde richtlijnen voorkom je dat een dierproef die op de ene plek succesvol vervangen en verboden is, op de andere plek nog ‘gewoon’ doorgaat.
Niet achteroverleunen, maar doorpakken
Het verlies van tienduizenden konijnenlevens sinds de goedkeuring van het proefdiervrije alternatief was onnodig en pijnlijk. Maar wat dit traject ook heeft laten zien, is dat doorzetten zin heeft: na vijftien jaar actie voeren ligt er eindelijk een verbod. Precies daarom is dit hét moment om door te pakken.
Want de vraag is niet of verandering mogelijk is, maar in welk tempo we bereid zijn om dierenleed écht uit te bannen.
Wat ons betreft kan dat niet snel genoeg gaan.
Met jouw donatie kunnen we campagne blijven voeren, druk zetten in Europa en wetenschappelijk onderzoek naar proefdiervrije alternatieven versnellen.
Doneer vandaag nog en maak het verschil – voor konijnen, degenkrabben en al die andere dieren die onnodig lijden.