Blog geschreven door Bregje van de Ven

Gilles kwam als kitten bij ons wonen. Een kleine, zwarte wervelwind met een heerlijk zacht fluwelen buikje en vlijmscherpe nageltjes. Hij had een gezicht als een duiveltje – niet zo gek als je moeder Lucifer heet – maar was in tegenstelling tot wat zijn duivelse voorkomen deed vermoeden, één en al goeiige sulligheid. Echt een vriendelijk, lief en gezellig huisgenootje.

Begin 2011 hoorde ik op de radio voor het eerst over het dierdonorcodicil. Ik vond dit direct een geweldig initiatief. Ik wist meteen dat ik dat ook wilde doen met Gilles na zijn dood.

Kater Gilles, de enige echte

Je hebt van die katten die uitzonderlijk slim zijn, die deuren open kunnen maken, kunnen apporteren of de koelkast plunderen. Zo’n kat was Gilles dus… niet. Evengoed was hij snugger genoeg om zichzelf niet slechts in leven te houden toen hij twee weken vermist was, maar zelfs volgevreten weer op te duiken.

Na een telefonische tip ’s ochtends vroeg dat er bij het gemeentehuis een zwarte kat rond scharrelde die tegen iedereen aan liep te mauwen wist ik: dat is Gilles! Ik sprong, nog in pyjama – of wat daar voor door moest gaan – op de fiets, racete naar het gemeentehuis en riep: “Giiiiiiiiiiiilles!” In slow motion, net als in de film, kwam Gilles al mauwend aan gegaloppeerd en sprong uitgelaten in mijn uitgestrekte armen terwijl op de achtergrond ‘Chariots of Fire’ speelde…

Nou ja, in werkelijkheid ging het niet in slow motion en was er geen muziek, maar aan galopperen kwam hij wel, en mauwen deed ie ook, keihard. Toen ik hem oppakte hield ik in plaats van een ranke, zwarte kater een vadsige, luid spinnende driedimensionale vetvlek in mijn armen. De slimme smulpaap had in de twee weken waarin hij de weg naar huis niet meer had kunnen vinden het gepresteerd niet slechts te overleven, maar met zijn kattige charmes zelfs de heerlijkste hapjes bij elkaar weten te scharrelen.

Ik had een kilo kat meer en intens gelukkig pakte ik mijn kleine vriendje op en fietste met hem naar huis. Gilles bleef de hele weg naar huis stil in mijn armen zitten.

Kiezen tussen een grafje of urn, of het redden van een dierenleven

Toen ik begin 2011 op de radio voor het eerst over het dierdonorcodicil hoorde wist ik meteen dat ik dat ook wilde doen met Gilles na zijn dood. Het is een heel directe manier van een proefdier het leven kunnen redden. Toen ik thuis kwam keek ik Gilles aan en zei “meneertje, als jij gaat hemelen ga je het leven van een proefdier redden”.

Hij kneep zijn oogjes een beetje toe. Het zou hem aan zijn wollige billen ketelen wat ik met zijn lijf zou doen na zijn dood, als ik nu maar zorgde voor zijn favoriete prak in zijn etensbak. Met saus alstublieft. Nadat hij die met smaak naar binnen had geschrokt en zich vervolgens uitgebreid had gewassen, sprong hij bij mij op schoot om met zijn naar prak met saus meurende giechel in mijn gezicht te mauwen. Ik vatte het maar op als een goed teken; hij vond dat dierdonorcodicil een goed plan.

Hij vlijde zich vervolgens genoeglijk neer op mijn schoot en begon met geloken oogjes te spinnen toen ik hem over zijn bolletje aaide. En ik wist het zeker, ik hoefde hem niet te begraven of te cremeren om afscheid van hem te kunnen nemen. Ik zou mijn emoties niet in de weg laten staan van het redden van een proefdier.

Ter nagedachtenis van mijn lieve kater Gilles dus geen grafje of een urn op de schoorsteenmantel, maar een leven! Dat van een proefdier.

DDC Gilles

Kater Gilles

Houdoe en bedankt

Gilles werd oud. Op zijn achttiende was hij een schonkige, magere kater die divergerend scheel keek en steeds meer sliep. Af en toe trok hij nog wel een stramme sprint door de tuin en hij vond een prop kranten nog steeds leuk speelgoed. Eten en knuffelen deed hij ook nog steeds graag.

Op een zaterdagmiddag, het begin van de herfstvakantie, kwam Gilles na twintig minuutjes buiten te zijn geweest, als doodzieke kat weer terug naar binnen. Ik liet de dierenarts komen en samen spraken we af om het weekend nog even aan te kijken. Ze gaf hem pijnstillers zodat hij geen pijn zou hebben. Ik heb dat weekend veel bij hem op de grond gezeten, waar ik hem had geïnstalleerd op een zacht matrasje.

Ik aaide hem over zijn bolletje en dan begon hij toch nog wel zachtjes te spinnen, maar al snel bleek dat hij echt op was. Ik besefte dat ik hem deze keer echt kwijt zou gaan raken. Op maandag kwam de dierenarts terug om Gilles thuis, in zijn eigen vertrouwde omgeving in te laten slapen, terwijl ik op mijn knieën bij hem zat en hem vasthield. Ik voelde binnen een paar seconden het leven uit hem wegglijden en zijn lijfje op mijn handen zakken.

Na achttien jaar was mijn lieve, ouwe knuffelpoes er opeens niet meer. Ik heb hem in een babyhanddoek gewikkeld en hem naar buiten gedragen. Hij ging op schoot bij de assistente mee in de auto. De rest van de dag heb ik tranen met tuiten gehuild.

Dood doet leven

Mijn dierenarts heeft ervoor gezorgd dat het lijfje van Gilles naar de faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit van Utrecht werd gebracht. Ik had een brief geschreven over Gilles, hoe bijzonder en lief hij was, en dat ik zielsveel van hem hield. Die brief ging met hem mee naar Utrecht. Ik heb op een fijne manier afscheid kunnen nemen van mijn geliefde ouwe kater, die achttien jaar in mijn leven, en dat van mijn familie was geweest.

Na zijn dood heb ik een foto van hem en mij samen laten afdrukken en in een mooie lijst gedaan. Die foto en de wetenschap dat het lichaampje van mijn lieve kater Gilles een proefdier het leven heeft gered, zijn voor mij een mooier afscheid dan een begrafenis of een crematie ooit hadden kunnen zijn. Ik houd zielsveel van Gilles, maar ik houd van alle dieren. En dus heb ik liever geen grafje of urn voor Gilles, omdat dat betekent dat het leven van een proefdier kon worden gered.

Overleden Gilles redde een proefdier

Gilles

Wat een mooi leven heeft Gilles bij jou gehad, Bregje. En wat bijzonder om te lezen hoe jij deze moeilijke, maar mooie keuze hebt gemaakt. Heel erg bedankt voor jouw betrokkenheid!

Meer onderonsjes lezen?