Uitgesproken ambities om over te stappen op proefdiervrije onderzoeksmethoden worden niet gehaald door achterhaalde regelgeving, maar óók door een schrijnend gebrek aan lef. Dit ondermijnt niet alleen dierenwelzijn, maar ook de veiligheid en gezondheid van mensen. Dat is iets waar jij je zorgen over zou moeten maken. Dat stelt onze directeur en bioloog Debby Weijers.
Op 20 november besteedde Nieuwsuur aandacht aan dierproeven in Europa, vooruitlopend op het jaarlijkse Commissiedebat Dierproeven. Het vervangen van dierproeven door proefdiervrije alternatieven verloopt namelijk heel erg traag en is niet in lijn met uitgesproken ambities, vertelt het Nationaal Comité Advies dierproevenbeleid (NCad) de redactie. Proefdiervrije innovaties raken verstrikt in een doolhof aan Europese procedures en regelgeving. Het goedkeuringsproces van een nieuw onderzoeksmodel kan momenteel tot wel dertig jaar duren. Dertig jaar!
Waarom laat de politiek ons zo in de steek?
Het jaarlijkse debat zelf werd in verband met ziekte van de staatssecretaris op het laatste moment uitgesteld tot 12 december. Een paar weken vertraging is te overzien. Wat niet te verkroppen is, is dat dit mogelijk het laatste commissiedebat over dierproeven gaat zijn. Het vervangen van dierproeven lijkt onderdeel te gaan worden van een breder debat over dierenwelzijn. De reden? ‘Er zijn al zoveel diergerelateerde debatten’.
In dit argument klinkt een veelvoorkomende, moeilijk te bestrijden denkfout door. Namelijk: dat het vervangen van dierproeven door alternatieve onderzoeksmodellen uitsluitend een aangelegenheid van dierenwelzijn is.
90 procent van de op dieren geteste geneesmiddelen werkt niet voor mensen.
Als directeur van Proefdiervrij kan en zal ik natuurlijk niet ontkennen dat ik persoonlijk en professioneel gedreven word door de wens om dierenleed uit te bannen. De meeste kijkers die in de uitzending van Nieuwsuur zagen hoe ratten in piepkleine plastic bakken tegen de wanden opklimmen, zullen begrijpen waarom. En dan bleven de pijnlijke en stressvolle tests die deze dieren moeten ondergaan nog grotendeels buiten beeld.
Maar zelfs wie helemaal niets om dierenwelzijn geeft, zou zorgen moeten hebben over het hardnekkig vasthouden aan dierproeven en het afremmen van proefdiervrije alternatieven. Maar liefst 9 op de 10 geneesmiddelen die werken voor dieren, werken namelijk niet voor mensen. Het is een stuk onomstotelijke statistiek die niks te maken heeft met dierenwelzijn en alles met de relevantie van onderzoek voor mensen.
Regelgeving vereist dierproeven, óók als er alternatieven zijn.
En toch blijft de regelgeving in een cirkel ronddraaien. Er worden nog steeds dierproeven geëist, ook waar bewezen alternatieven beschikbaar zijn. Dit zie je vooral veel bij het testen van de veiligheid van stoffen. In Nederland worden jaarlijks ongeveer een half miljoen dierproeven gedaan. In 2022 waren ruim 142.000 daarvan verplichte testen voor de veiligheid van stoffen. Waarom accepteren we dit nog steeds? Wij pleiten niet voor een verbod op dierproeven, maar voor het gebruik van betere onderzoeksmodellen. Onderzoeksmodellen die dieren niet onnodig pijnigen en doden én die bruikbare resultaten opleveren voor ons mensen.
Oude gewoontes beschermen niemand
Ik vind het niet te verdedigen dat er nog steeds dieren lijden terwijl de alternatieven klaarliggen. Het is ook niet te verdedigen dat de gezondheid en veiligheid van mensen op dit moment van rechtswege ‘bewaakt’ worden door methodes die niet meer van deze tijd zijn. Onderzoekers weten beter, maar zijn afhankelijk van wetten en regels die hen groen licht geven. De reden dat we nog steeds proefdieren gebruiken, lijkt vooral te zijn ‘dat we er ooit mee begonnen zijn’. Vasthouden aan wat vertrouwd is voelt veilig, maar is niet meer dan dat: een gevoel. Een gevoel dat wetenschappelijk niet te onderbouwen is.
Proefdiervrij onderzoek is beter voor mens én dier
We moeten af van het idee dat proefdiervrij onderzoek slechts een ‘dierenwelzijnskwestie’ is. Met oude methodes komt de wetenschap niet vooruit. Om aan de slag te kunnen met en voort te kunnen bouwen op de proefdiervrije innovaties die al klaarliggen, moeten beleidsmakers het lef tonen om te vertrouwen in vernieuwende methodes en van proefdiervrij de standaard maken. Hiervoor is het belangrijk om steeds weer te laten zien waar de tekortkomingen van diermodellen zitten en waar de kansen van proefdiervrije innovaties liggen. Het bewijs dat een proefdiervrije wereld beter is voor mens én dier, ligt er. De expertise om de overstap naar proefdiervrij te maken, is er. Het probleem is niet dat we de alternatieven niet hebben. Het probleem is dat we ze niet durven omarmen.
Het minste wat we kunnen doen is één keer per jaar een volledig dagdeel uittrekken voor een gesprek over deze belangrijke wetenschappelijke transitie. In haar wens het menselijk belang voorop te stellen door kwesties van dierenwelzijn te comprimeren, vergeet de politiek dat het belang van dier en mens in het geval van de transitie naar een proefdiervrije wereld hetzelfde is.