Dieren in de ruimte: de eerste astronauten waren proefdieren

Dieren in de ruimte: de eerste astronauten waren proefdieren

Er is een kleine kans dat jij of iemand in jouw omgeving ooit een ruimtereis zal maken, maar het is niet onmogelijk. Dat was halverwege de vorige eeuw wel anders: toen durfden wetenschappers niet te zeggen of een mens een ruimtereis zou overleven.

Hoe wonderbaarlijk zou het daarom zijn als het wel kon? Wat als de mens de hitte, kou, hoge snelheden en stralingen kon weerstaan? Het onderzoek begon ironisch gezien – zoals bij veel andere wetenschappelijke onderzoeken – door het eerst te testen met én op dieren.

Blijf op de hoogte!

Ontdek hoe we proefdieren overbodig kunnen maken. Meld je nu aan voor onze nieuwsbrief en ontvang elke maand het laatste proefdiervrije nieuws.

Fruitvliegjes en apen als ruimtepioniers

Nadat er talloze experimenten waren gedaan op honden, konijnen en muizen, was het eind jaren ’40 zo ver. Amerika voerde voor het eerst een ‘bemande’ ruimtevlucht uit: namelijk met fruitvliegjes.

Toen de fruitvliegjes na de lancering veilig en wel terugkeerden naar de bewoonde wereld, breidden de Amerikaanse wetenschappers hun dierproeven uit naar resusapen. Tijdens dit onderzoek, genaamd Project Albert, werden de apen getraind als piloten voordat zij de ruimte in gestuurd werden.

De ruimtereizen met de apen waren helaas minder succesvol. De eerste aap overleed voordat hij officieel in de ruimte was geweest, en de vier apen die volgden overleden toen hun raket neerstortten. De zesde aap, vergezeld door elf copiloten in de vorm van muizen, overleefde zijn ruimtereis wel… maar overleed na landing alsnog door de oververhitting van zijn capsule.

Laika, het ruimtehondje

Ondanks het overlijden van de ruimte-apen, beschouwden de wetenschappers de bovengenoemde proeven als een groot succes. Ze hadden namelijk bewezen dat levende wezens een ruimtereis konden overleven. In de jaren die volgden, gebruikten ze nog veel meer proefdieren om de lichamelijke effecten van een ruimtereis te onderzoeken.

Eind jaren ’50 werd hiervoor Laika gebruikt, een drie jaar oud straathondje uit Rusland dat tegenwoordig het bekendste ruimte-proefdier ooit is. Ze was het eerste dier dat een omloop rondom de aarde had volbracht. Helaas zou ze nooit meer terugkeren.

Trainen voor een dodelijke reis

Voordat ze de ruimte in zou gaan, werd Laika hiervoor getraind. Zo werd ze bijvoorbeeld in een periode van 20 dagen in steeds kleinere kooien geplaatst, zodat ze zou wennen aan de kleine ruimte van het schip. Ook werd ze in centrifuges geplaatst die de lancering en het geluid van de raket zouden nabootsen.

Ondanks de intensieve en stressvolle training, was het niet de bedoeling dat Laika de ruimtereis zou overleven. De raket waarin Laika reisde, de Spoetnik 2, was namelijk niet ontworpen om weer veilig op aarde te landen. Hij zou verbranden bij terugkeer in de atmosfeer, maar Laika zou dan al dood zijn. Het plan was om haar na 7 dagen met vergif in haar voer te laten euthanaseren.

In het schip had Laika erg weinig bewegingsruimte. Er was eigenlijk alleen ruimte voor haar om te staan, zitten of liggen – maar ze kon niet draaien, omdat ze vastgebonden was. Eind 2002 werd bekend dat ze na amper een paar uur in de ruimte al was overleden aan oververhitting en stress.

Laika ruimteproefdier

Laika afgebeeld op een postzegel

Andere bekende ruimteproefdieren

  • Aapjes Able en Baker werden in 1959 gelanceerd en waren 9 minuten lang gewichtloos in de ruimte voordat zij levend terugkeerden.
  • Chimpansee Ham werd begin 1961 de ruimte in geschoten en overleefde de reis. Hij werd ook wel een chimponaut genoemd, omdat hij ook echt getraind werd voor een bemande ruimtevlucht. Dit deden onderzoekers onder andere door Ham te onderwerpen aan ronddraaiende centrifuges, lage-drukkamers, extreme hitte en kou en de ‘Response Testing Machine’. Bij deze laatste kreeg Ham elektrische schokken toegediend als hij een opdracht niet juist uitvoerde.
  • In 1968 stuurde de toenmalige Sovjet-Unie schildpadden de ruimte in. Deze dieren waren de eerste dieren die rond de maan vlogen.
Chimpansee Ham

Chimpansee Ham © Nasa

  • Poes Félicette werd in 1963 de ruimte ingestuurd als onderdeel van een Frans ruimteprogramma. De Parijse straatkat is de enige proefkat die ooit de ruimte is ingestuurd. Als onderdeel van haar training, werd er een elektrode in haar schedel geïmplanteerd, zodat haar hersenactiviteit tijdens de vlucht gemeten kon worden. Ook werden er tijdens de vlucht elektrische impulsen toegepast op haar hersenen en poten, om zo reacties te stimuleren. Félicette overleefde haar ruimtereisje, maar werd 2 maanden later alsnog geëuthanaseerd voor verder onderzoek. Tevergeefs, bleek achteraf, want wetenschappers leerden niets bruikbaars uit Félicette’s autopsie.
  • In 1970 werden twee stierkikkers de ruimte ingestuurd in een poging ruimteziekte te onderzoeken. Beide kikkers overleden in de ruimte. 
  • De kruisspinnen Anita en Arabella werden in 1973 naar het Amerikaanse ruimtestation Skylab gestuurd om te onderzoeken hoe gewichtloosheid het weven van een spinnenweb beïnvloedt.
  • In 1994 werden er eieren van salamanders de ruimte ingestuurd, om te onderzoeken hoe deze dieren uitkwamen en zich in gewichtloosheid zouden ontwikkelen.

Zoals je kunt zien, zijn er veel verschillende diersoorten gebruikt in het onderzoek naar ruimtevaart. En door het grote aantal mislukte experimenten die nooit helemaal bekend zijn gemaakt, kunnen we onmogelijk zeggen hoeveel proefdieren er overleden zijn in de zoektocht naar een veilige manier van ruimtereizen.

Chimpansee Ham

Poes Félicette © CNES

Proefdieren nog steeds niet verlost van ruimtevaartonderzoek

Tegenwoordig kunnen mensen steeds makkelijker zelf de ruimte in. Zelfs zonder training kunnen we een commercieel ruimtereisje maken – tegen een aardige prijs, natuurlijk.

Toch zijn er nog gevaren. Vooral astronauten die langdurige ruimtereizen maken, kunnen lichamelijke problemen ervaren dankzij straling en gewichtloosheid. Ook hebben ruimtereizen veel psychologische effecten, zoals claustrofobie en eenzaamheid. Daarom worden er nog altijd proefdieren gebruikt: zowel in de ruimte (zoals op het Internationale Ruimtestation), als in het lab op aarde.

Het moet anders: dat zijn we aan Laika en Ham verplicht

Het zijn de grote verschillen tussen mens en dier, die ervoor zorgen dat veel dierproeven niet tot de gewenste resultaten leiden. Het is dan ook niet voor niets dat steeds meer wetenschappers aan nieuwe, innovatieve methoden werken: methoden die proefdiervrij onderzoek mogelijk maken én voor betere resultaten zorgen.

Helaas gaat het ontwikkelen van alternatieve methoden langzaam en kost het veel geld. Toch zijn we ervan overtuigd dat een proefdiervrije wereld mogelijk is. Daarom zetten wij ons dagelijks in om dit soort innovatieve, proefdiervrije onderzoeksmethoden te financieren.

Wat ons betreft, zijn we dat aan de overleden dieren in ruimteonderzoek verplicht.

Chimpansee Ham

Laika tijdens haar training © Nasa