Konijnen, muizen, honden: het zijn allemaal dieren waarvan we weten dat ze in dierproeven worden gebruikt. Maar wat wordt er nou precies op deze (en andere) proefdieren getest? In Nederland zijn er verschillende soorten onderzoek waarvoor dierproeven worden gedaan. Op deze pagina leggen we uit wat deze onderzoeken inhouden.
Wetenschappelijk onderzoek
In Nederland wordt de meerderheid van alle proefdieren gebruikt in wetenschappelijk onderzoek. Deze dierproeven worden gedaan om meer informatie te krijgen over lichamelijke en geestelijke aandoeningen bij mensen.
Psychologisch onderzoek
In psychologisch onderzoek worden proefdieren gebruikt om te bestuderen hoe het gedrag van dieren en mensen kan worden beïnvloed. Een bekend voorbeeld is het doolhof onderzoek met muizen en ratten. De knaagdieren moeten in dit onderzoek onder invloed van prikkels (zoals honger of pijn) hun weg door een gangenstelsel vinden. Dat is een stressvol proces, waarmee het leervermogen wordt onderzocht.
Ook psychische aandoeningen als depressie en angststoornissen worden onderzocht met proefdieren. Dit gebeurt bijvoorbeeld door de proefdieren te isoleren of te verhongeren.
Onderzoek naar ziekten
In onderzoek naar het verloop en het voorkomen van ziekten worden proefdieren opzettelijk ziek gemaakt of besmet met een virus. Een voorbeeld is Alzheimer onderzoek met muizen. Muizen kunnen van nature geen Alzheimer krijgen, dus worden ze eerst genetisch gemodificeerd. Vervolgens krijgt de muis grote hoeveelheden van het eiwit tau (wat Alzheimer zou veroorzaken) toegediend. Hierdoor ontwikkelen ze een imitatie van de ziekte van Alzheimer en vertonen ze de symptomen die hierbij horen.
Ook onderzoek naar het herstel van ziekten en lichamelijke schade wordt op proefdieren gedaan. Via chirurgische ingrepen worden bijvoorbeeld organen en botten opzettelijk beschadigd. Zo worden geiten gebruikt in onderzoek naar gewrichtsproblemen. Het kraakbeen in de gewrichten van het proefdier worden beschadigd, zodat er een pijnlijke vorm van artritis ontstaat. Daarna wordt de geit gedood, zodat de gewrichten bestudeerd kunnen worden.
Toxicologisch onderzoek
Bij toxicologisch onderzoek wordt onderzocht welke hoeveelheid van een stof giftig of dodelijk is. Door deze stoffen te testen op proefdieren kan bepaald worden wat de veilige hoeveelheid van een stof voor een product of medicijn is. Dit onderzoek is vaak wettelijk verplicht. Het testen op giftigheid van producten als voedsel, medicijnen, schoonmaakmiddelen en cosmetica vallen allemaal onder toxicologisch onderzoek.
Medicijnonderzoek
Voordat een medicijn te vinden is in een apotheek of supermarkt, wordt het op proefdieren getest. Alle stoffen in een medicijn moeten eerst getest worden op veiligheid. Hetzelfde geldt voor vaccins. Dit proces verloopt als volgt:
- Er wordt gekeken naar hoe proefdieren op deze stoffen reageren: worden ze er ziek van of hebben ze nauwelijks bijwerkingen?
- Vervolgens wordt gekeken hoeveel een proefdier van een bepaalde stof kan hebben, voordat zij ziek worden of overlijden. Deze dierproeven duren vaak jaren.
- Pas daarna wordt een medicijn gemaakt en op mensen getest.
Ondanks de genomen stappen, blijkt vaak dat het medicijn dat op dieren is getest, niet (op dezelfde manier) bij mensen werkt. Circa 90% van de ontwikkelde medicijnen worden alsnog afgekeurd.
Hier worden dierproeven voor gedaan
Onderwijs
Studenten moeten veel oefenen om officieel een dokter of dierenarts te worden. Daarom worden er in opleidingen als diergeneeskunde proefdieren gebruikt. Door op proefdieren te oefenen, leren studenten namelijk de anatomie van het dier en hoe zij moeten hechten en bloedprikken.
Maar ook studenten biologie, psychologie, dierenverzorging en biomedisch onderwijs gebruiken proefdieren. Deze studenten leren met zo bijvoorbeeld handelingen uit te voeren op dieren en proefdieren te gebruiken voor wetenschappelijk onderzoek.
Dierenwelzijn en diergedrag
Als laatst worden er ook dierproeven gedaan ten behoeve van het dier zelf. Deze dierproeven vallen ook onder wetenschappelijk en toxicologisch onderzoek, maar worden niet voor menselijke doeleinden gedaan.
Zo kan een hond die kanker krijgt, bijvoorbeeld gebruikt worden in onderzoek naar kanker bij honden. Ook worden medicijnen die bestemd zijn voor dieren, eerst op proefdieren getest. Hetzelfde geldt voor diervoeding, bijt- en knaagspeeltjes, pompjes voor in aquaria en meer.
Ook het trekgedrag van wilde dieren, vismigratie en natuurbeheer wordt onderzocht met proefdieren.
Misschien wil je dit ook lezen: