Het is waarschijnlijk niet waar je aan denkt als je een tampon of een menstruatiecup inbrengt, maar ook menstruatieproducten zijn vaak getest op proefdieren. Het goede nieuws is dat het ook anders kan. Het slechte nieuws dat dit nog niet altijd gebeurt. In dit artikel leggen we je uit hoe dat zit én wat jij eraan kunt doen.
Zo worden menstruatieproducten getest op proefdieren
- Giftige stoffen in tampons worden getest op dieren.
Om tampons wit te maken, gebruiken fabrikanten chemicaliën. Hierdoor kun jij, als je een tampon gebruikt, last krijgen van irritatie. Vroeger werd dit vaak getest op bavianen of konijnen, door verkleinde tampons in te brengen. Tegenwoordig weten we al van veel stoffen vanaf welke hoeveelheid ze giftig zijn. Worden er nieuwe giftige stoffen gebruikt, zijn dierproeven soms nog wél verplicht. Die verplichting ligt dan bij de fabrikant van de stof, niet bij de tamponproducent.
- Konijnen krijgen bacteriën die tamponziekte veroorzaken ingespoten.
Als je een tampon te lang laat zitten, kunnen bacteriën die van nature aanwezig zijn in de vagina giftige stoffen gaan produceren die in de bloedbaan terechtkomen. Tamponziekte komt niet vaak voor, maar áls je het krijgt, kun je eraan overlijden. In het onderzoek naar het ontstaan en behandelen van dit toxic shock syndrome worden vaak konijnen gebruikt. Onderzoekers brengen de bacterie in de vagina van het konijn, of spuiten de bacterie rechtstreeks in de bloedbaan. - Siliconen voor menstruatiecups worden getest op ratten en konijnen. Menstruatiecups worden gemaakt van siliconen en een nieuw type siliconen moet altijd getest worden voordat er een product van gemaakt mag worden. In eerste instantie wordt de siliconen getest met menselijke celkweekmodellen. Siliconen die op basis van celkweekmodellen veilig lijken, worden in de volgende stap getest op ratten en konijnen. Onderzoekers spuiten giftige stoffen in hun vagina en controleren vervolgens op reacties als roodheid, zwelling en afscheiding. Ook een menstruatiecup-producent die zegt proefdiervrij te testen, krijgt hun siliconen van een leverancier die wel op dieren test.
Maar het kan ook zonder dieren
In theorie is het al zo dat je siliconen alleen op dieren mag testen als er geen passende alternatieven zijn, maar in de praktijk wordt deze regel niet goed gehandhaafd en niet nageleefd. Fabrikanten kiezen dan ook nog steeds vaak voor dierproeven, terwijl je met in het lab gekweekte vaginale slijmvliezen óók kunt testen of stoffen de vagina irriteren. Waaronder dus de siliconen waar menstruatiecups van gemaakt worden en de chemische stoffen in tampons.
Het voordeel van proefdiervrije methoden
Testen met gekweekte vaginale slijmvliezen is niet alleen veel diervriendelijker, maar ook veel effectiever. Menselijke vaginale weefsels vertegenwoordigen onze intieme zone natuurlijk veel beter dan de vagina van een konijn, rat of welk ander dier dan ook dat ooit kan doen. De onderzoeksresultaten zijn dan ook veel beter door te vertalen naar mensen.
Veelgestelde vragen
Zo maak jij de maandelijkse periode proefdiervrij
Helaas kunnen we er niet van de ene op de andere dag voor zorgen dat onderzoekers wereldwijd kiezen voor proefdiervrije alternatieven bij het testen van menstruatieproducten. Maar er zijn gelukkig wel dingen die je nu meteen kunt doen om ervoor te zorgen dat zo min mogelijk proefdieren lijden voor onze menstruatieproducten en dat dat cijfer zo snel mogelijk naar nul gaat.
- Je kunt menstruatieproducten kopen van fabrikanten die ervoor kiezen om hun assortiment diervriendelijk te produceren. Een actueel overzicht van proefdiervrije merken en producten vind je op de website van PETA.
- Voor het onderzoek naar tamponziekte, waarin konijnen bacteriën ingespoten krijgen en zo heel ziek gemaakt worden, is nog geen volwaardig proefdiervrij alternatief. In de toekomst kan een body-on-a-chip model waarin verschillende organen aan elkaar gekoppeld worden de konijnen vervangen en zelfs voor betere mensgerichte resultaten zorgen. Door financieel bij te dragen aan proefdiervrij onderzoek help jij dit mogelijk te maken.