Jaarlijks worden er nog altijd bijna een half miljoen dierproeven gedaan in Nederland. Maar wat veel mensen niet weten, is dat dit slechts het topje van de ijsberg is. Er zijn dieren die niet de pech hebben proefdier te zijn, maar wel aan een ander kort eind trekken. En dus is het aantal dieren dat gebruikt wordt in wetenschappelijk onderzoek eigenlijk veel hoger dan die half miljoen. Tijd dus om het leed van alle dieren in onderzoek te erkennen.
Onzichtbaar dierenleed in onderzoek
Volgens de wet is een proefdier een levend, gewerveld dier dat pijn en stress ervaart door een experiment. Toch sluit diezelfde wet een groot aantal dieren uit dat niet als proefdier wordt bestempeld, maar wel pijn en stress ervaren binnen en door een experiment:
Fokdieren en fokoverschot
In 2022 zijn er in Nederland maar liefst 341.887 dieren bestempeld als fokoverschot. Deze dieren zijn gefokt, maar niet gebruikt in een dierproef. Ondanks dat de dieren ‘overblijven’, worden ze in de meeste gevallen toch afgemaakt. Daarnaast worden er ook veel dieren in het laboratorium gehouden voor het fokken van proefdieren.
Productiedieren
Dieren die speciaal gefokt en gehouden worden voor de productie van dierlijke materialen zoals melk, bloed en antistoffen, noemen we productiedieren. Deze dieren worden zelf niet gebruikt in een dierproef, maar ze worden wel gebruikt voor het afnemen van materialen.
- Zo laten onderzoekers tumorcellen groeien in muizen, omdat die een goedje produceren waar stamcellen in onderzoek op kunnen groeien.
- Ook wordt er serum afgenomen van kalfsfoetussen, omdat ook dit veel stoffen bevat die belangrijk zijn voor de groei van cellen. In 2002 werd door onderzoekers de inschatting gemaakt dat voor de wereldwijde productie van dit serum 1 tot 2 miljoen ongeboren kalveren per jaar gebruikt worden voor hun bloed. Sindsdien is de vraag nog verder toegenomen.
Tekst gaat verder onder de afbeelding
*De ronde afbeelding is met AI gegenereerd
Dieren in een proef, maar geen proefdieren. Huh?
Een vreemde eend in de bijt zijn ongewervelde dieren. Net als muizen, honden en apen worden ongewervelde dieren gebruikt in wetenschappelijk onderzoek – maar toch zijn ze ‘officieel’ geen proefdieren. Dit heeft te maken met de Wet op dierproeven, die zegt dat ongewervelde dieren zoals spinnen, bijen en kreeften geen stress of pijn ervaren, omdat ze geen ruggengraat hebben. Onzin, als je het ons vraagt. Ongewervelde dieren ervaren pijn misschien niet op dezelfde manier als gewervelde dieren, maar we kunnen er niet vanuit gaan dat ze helemaal geen pijn ervaren.
“Deze dieren dragen een zware last, maar hebben nog geen officiële benaming. Ze tellen letterlijk en figuurlijk niet mee. Je kunt natuurlijk zeggen dat het niet zoveel uitmaakt hoe je zo’n dier noemt. Productiedier of niet: het leed blijft hetzelfde. Maar leed dat geen naam heeft, krijgt ook niet de erkenning die het verdient. En zonder erkenning, geen verandering.”
Debby Weijers, directeur
Het kan anders: (proef)diervrij
Wetenschappelijke vooruitgang gaat harder dan ooit. Precies daarom mogen we het lot van alle dieren in onderzoek niet over het hoofd zien. Pas als we het leed van alle dieren erkennen, kunnen we er verandering in brengen.
We staan op een kruispunt waar we kunnen kiezen voor een wetenschap waarin ethiek en effectiviteit hand in hand gaan. Want het gaat niet alleen om dieren, maar ook om ons: mensgerichte methoden leveren namelijk beter vertaalbare resultaten voor mensen op dan dierproeven doen.
Diervrije alternatieven staan klaar om het stokje over te nemen. Er zijn alternatieven: zoals gels en serums die op plantaardige of synthetische wijze gemaakt worden en de situatie in het menselijk lichaam goed nabootsen. Dat komt doordat ze gebaseerd zijn op menselijke cellen en weefsels, of omdat ze herhaaldelijk stabielere resultaten geven dan hun dierlijke tegenhanger. Het gebruik van dieren in onderzoek staat écht innovatie dus in de weg.
Overheid: zorg voor proefdiervrij onderzoek
Bij veel beleidsmakers heerst er nog een achterhaalde gedachte dat producten zoals medicijnen pas veilig zijn voor de mens, als er getest is op dieren. Daarom is het vaak door wetgeving verplicht om dierproeven te doen voordat het product op de markt mag. Dit terwijl onderzoek aantoont dat 9 op de 10 medicijnen die getest op dieren zijn niet werken voor de mens. Waarom blijven we dan inzetten op dierproeven?
Aanstaande 3 oktober 2024 debatteren de beleidsmakers van het nieuwe kabinet over onderzoeks- en wetenschapsbeleid en hierbij komen de proefdieren aanbod. Het moment om beleidsmakers bewust te maken dat dierproeven niet meer van deze tijd zijn. Grijp je kans en teken de brief. Laat zien dat jij het belangrijk vindt dat dierproeven op de agenda komen en blijven.