Volgens de Wet op dierproeven valt onderzoek met ongewervelde dieren, zoals insecten, kreeften en zeesterren, niet onder proefdieronderzoek. De wet beschouwt ongewervelde dieren -die geen ruggengraat hebben- als dieren zonder een (grote) hersencapaciteit, die ook geen stress of pijn ervaren. Maar is dat waar én is dat een geldige reden om deze dieren dan maar als proefdier te gebruiken?
Wat is de Wet op dierproeven?
Om het welzijn van proefdieren te beschermen, is in 1977 de Nederlandse Wet op dierproeven (Wod) in het leven geroepen. In de wet staan regels over het aanvragen van een dierproef, het verzorgen van een proefdier en de mate van pijn en last die de dieren ondergaan in een proef. Deze wet is van toepassing op gewervelde dieren, zoals zoogdieren, vogels, vissen, reptielen en amfibieën. Ongewervelde dieren vallen niet onder de Wet op dierproeven. Een ongewerveld dier is een dier dat geen ruggengraat of wervelkolom heeft, zoals insecten, spinnen en slakken. Het is voor onderzoekers veel makkelijker om ongewervelde dieren te gebruiken binnen hun onderzoek. Zo hoeven zij zich namelijk niet te houden aan de bestaande wet- en regelgeving, die wel het welzijn van proefdieren zoals konijnen, muizen en apen zo goed als mogelijk beschermt.
Wat bedoelen we met ongewervelde dieren?
Een ongewerveld dier is een dier dat geen ruggengraat of wervelkolom heeft. Meer dan 90 procent van alle levende diersoorten zijn ongewervelde dieren! Het gaat hierbij om dieren zoals zeesterren, zee-egels, regenwormen, zeesponzen, kwallen, kreeften, krabben, insecten, spinnen, slakken, mosselen en inktvissen.
Ongewerveld, maar wel proefdier
In wetenschappelijk onderzoek wordt er veel gebruik gemaakt van ongewervelde dieren als proefdieren. Met name fruitvliegjes en wormen moeten het ontgelden: zij worden veel gebruikt in onderzoek naar genetica, DNA en eiwitten. Opvallend genoeg vallen octopussen en inktvissen wél onder proefdieren volgens de Nederlandse Wet op dierproeven. Dit komt omdat deze twee ongewervelde diersoorten zeer intelligent zijn.
Waarom zou je ongewervelde dieren als proefdier gebruiken?
Naast dat onderzoekers zich bij het gebruik van ongewervelde dieren niet hoeven te houden aan de bestaande wet- en regelgeving, die het welzijn van de dieren zo goed als mogelijk beschermt, zijn er ook andere redenen waarom onderzoekers ongewervelde dieren veel gebruiken.
- Ongewervelde dieren hebben een korte levensduur, waardoor alle fases van het leven van deze dieren binnen een korte periode onderzocht kunnen worden. Dit maakt het makkelijk voor de onderzoeker om te zien hoe het dier zich ontwikkelt van één enkele cel tot een compleet, volwassen dier.
- Ook zijn de meeste ongewervelde dieren heel klein. Hierdoor kunnen ze in grote aantallen gehouden en bestudeerd worden. Dit maakt ze veel goedkoper dan grotere proefdieren, zoals ratten.
Maar dieren zonder ruggengraat en immuunsysteem lijken toch niet op ons?
Naast dat ongewervelde dieren dus geen ruggenwervel hebben, zijn ook hun organen totaal niet te vergelijken met die van mensen. Ook het immuunsysteem van een ongewerveld dier is anders dan dat van ons: sommige ongewervelde dieren hebben niet eens een immuunsysteem! Toch worden de dieren vaak gebruikt als proefdier in onderzoek naar onder andere genetische aandoeningen: je kan je voorstellen dat deze onderzoeken om deze redenen zelden betrouwbare resultaten opleveren voor mensen. Wij zetten daarom alles op alles om de financiering van proefdiervrij, mensgericht onderzoek mogelijk te maken.
Geen ruggengraat = geen pijn?
Bij mensen en andere gewervelde dieren is een ruggengraat belangrijk voor het ervaren van pijn. Als je een pijnprikkel voelt, sturen de zenuwen via het zenuwstelsel en ruggenmerg een signaal door naar de hersenen. Dit kan zorgen voor allerlei veranderingen in het lichaam, zoals een verhoogde hartslag en een versnelde ademhaling. Omdat ongewervelde dieren geen ruggengraat hebben is het zenuwstelsel vaak anders ingericht. Maar ook ongewervelde dieren reageren fysiek op een pijnprikkel of stress: een kakkerlak kronkelt bijvoorbeeld wanneer hij wordt vastgepind.
Ongewervelde dieren ervaren pijn misschien niet op dezelfde manier als gewervelde dieren, maar we kunnen er dus niet vanuit gaan dat ze helemaal geen pijn ervaren.
Wist jij dat er ook proefdiervrije alternatieven zijn?
Wij geloven in gelijkheid van de belangen van dieren, binnen de wetenschap, aan de belangen van de mens. Wij vinden daarom dat alle proeven op dieren moeten stoppen en dat tenminste de Wet op dierproeven voor álle dieren moet gelden. Het is belangrijk dat ongewervelde dieren net zo worden behandeld als andere dieren. De ene diersoort is net zoveel waard als de andere.
Veel mensen weten niet dat proefdieren in onderzoek vaak niet meer nodig zijn: er bestaan alternatieven die dierproeven overbodig maken. Laat je inspireren en kijk mee naar hoe wij een proefdiervrije wereld waarmaken.