Je zou denken dat wilde dieren zoals apen niet te vinden zijn in het laboratorium. Helaas is niets minder waar: sterker nog, het grootste apentestcentrum van Europa staat in Nederland. Alleen al in het Biomedical Primate Research Centrum (BPRC) in Rijswijk worden jaarlijks honderden apen gebruikt in dierproeven.
Er worden verschillende soorten apen gebruikt in wetenschappelijk onderzoek. Zo worden er proeven gedaan op klauwaapjes, resusapen en java-apen. In totaal worden er in Nederland jaarlijks bijna 200 dierproeven gedaan op apen.
Waarom wordt de aap gebruikt?
- Apen zouden volgens wetenschappers veel op mensen lijken. Zo delen resusapen 93% van hun genen met mensen en hebben ze een vergelijkbare hormonale cyclus.
- Klauwaapjes zijn kleine apen die snel opgroeien. Omdat ze meerdere keren per jaar jongen krijgen en erg sociaal zijn, worden ze met name gebruikt in onderzoek naar zenuwcellen.
- Net als resusapen, worden java-apen gekozen vanwege hun genetische overeenkomsten met de mens. Ook komen de zenuwcellen, het immuunsysteem en het voortplantingssysteem enigszins overeen met mensen.
- In onderzoek naar het coronavirus, zijn er in 2020 en 2021 meer proeven gedaan op resusapen. Dit komt omdat resusapen, net als mensen, gevoelig zijn voor virussen.
- Mensapen, zoals chimpansees, kunnen net als mensen besmet raken met malaria, tuberculose, hepatitis-C en HIV. In Europa is het echter verboden proeven te doen op mensapen.
In welke onderzoeken worden apen gebruikt?
De meeste dierproeven op apen worden gedaan ten behoeve van de mens. De aap wordt gebruikt in onder andere onderzoek naar het immuunsysteem, hersenonderzoek, medicijnonderzoek, het testen van medische apparaten zoals pacemakers, en bij veiligheidstesten voor farmaceutische producten (er wordt getest of stoffen schadelijke bijwerkingen hebben).
Ook in virusonderzoek worden apen gebruikt. De apen worden in een geïsoleerde ruimte besmet met een schadelijk virus. Daarna worden regelmatig hun bloed en longen gecheckt. Uiteindelijk worden de apen gedood, zodat hun lichaam en organen onderzocht kunnen worden.
De uitzondering
In 2003 werd het gebruik van mensapen (zoals chimpansees, orang-oetans en gorilla’s) als proefdier verboden in Europa. Nederland was het laatste land in Europa dat zich aansloot bij dit verbod: voorheen deden wetenschappers zo’n 5 à 6 proeven met mensapen per jaar.
Helaas werd veel van het onderzoek niet stopgezet, maar verplaatst naar de Verenigde Staten, Japan of andere landen waar proeven op mensapen nog wel mag.
Ondanks het verbod, werd er wel een uitzondering gemaakt voor chimpansees die al geïnfecteerd waren met het hepatitis-C virus. Chimpansees zijn namelijk de enige dieren die besmet kunnen worden met dit virus.