Roofdieren

Roofdieren

In Nederland worden jaarlijks 24 dierproeven gedaan op roofdieren zoals zeehonden en nertsen.

Waarom worden roofdieren gebruikt?

  • Veel onderzoek op roofdieren wordt gedaan ten behoeve van het dier zelf: bijvoorbeeld voor de bescherming van het diersoort of voor het in stand houden van de populatie.
  • Dieren die in het wild onderzocht worden, mogen niet zomaar gebruikt worden voor dierproeven. Voor onderzoek met wilde dieren, zoals veel roofdieren, zijn altijd speciale vergunningen nodig.
  • De nerts is een roofdier dat wel voor menselijke doeleinden gebruikt wordt. Dit komt onder andere omdat zij vatbaar zijn voor de griep.

In welke onderzoeken worden roofdieren gebruikt?

Onderzoek op wilde dieren voornamelijk gedaan ten behoeve van het dier zelf, zoals voor de bescherming van een diersoort. Zo wordt er op zeehonden onderzoek gedaan naar virussen die bij zeehonden voorkomen, in de hoop een behandeling te vinden die voor de instandhouding van een zeehondenpopulatie kan zorgen. Ook worden er onderzoeken gedaan waarbij zeehonden worden blootgesteld aan geluid of andere prikkels, om zo het effect op hun zintuigen te beoordelen.

Op nertsen worden verschillende onderzoeken gedaan. Hiervoor worden zij vaak gefokt, zodat ze niet uit het wild gehaald hoeven te worden. Nertsen worden bijvoorbeeld gebruik in onderzoek naar het testen van de veiligheid van chemicaliën en stoffen. Ook worden nertsen gebruikt in onderzoek naar griepvirussen, omdat zij hiervoor vatbaar zijn. Zo zijn er ook nertsen gebruikt in corona-onderzoek.

Proefdiervrije wereld

Veel mensen weten niet dat proefdieren in onderzoek vaak niet meer nodig zijn: er bestaan alternatieven die dierproeven overbodig maken. Ontdek hoe wij een proefdiervrije wereld waarmaken.