De meest gebruikte vogels in onderzoek zijn kippen en huishoenders, maar ook zangvogels, eenden en papegaaien zijn te vinden in het laboratorium. In totaal worden er jaarlijks meer dan 58.000 proeven gedaan op vogels.
Kippen en huishoenders
Veel mensen weten niet dat kippen en huishoenders veel gebruikte proefdieren zijn. Met circa 39.000 dierproeven per jaar, zijn ze één van de meest gebruikte proefdieren van Nederland.
- Als een van de meest gehouden boerderijdieren, worden kippen veel gebruikt in onderzoek naar dierenwelzijn en diergeneesmiddelen.
- Verder worden ze ook als proefdier gebruikt in het onderwijs en in onderzoek naar zoönosen: op mens overdraagbare bacteriën, zoals de vogelpest.
Kalkoenen
In Nederland worden er bijna 100 proeven op kalkoenen gedaan. Deze dieren worden gebruikt in onderzoek naar het welzijn van de kalkoen in de pluimvee-industrie. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om onderzoek naar de beweging van kalkoeken en naar vogelgriep.
Wereldwijd worden kalkoeken ook gebruikt in onderzoeken ten behoeve van de mens.
- In Amerika is er in het verleden hartonderzoek gedaan op kalkoeken. Dit komt omdat kalkoeken een bepaalde hartziekte kunnen krijgen, die lijkt op een hartziekte die ook in mensen voorkomt.
- Kalkoenen zijn vroeger in Amerika ook gebruikt in onderzoek naar Glaucoom: een oogziekte waarbij de oogzenuw beschadigd is en druk veroorzaakt achter de oogbol. Deze oogziekte kan ook bij mensen voorkomen.
Andere vogels
Naast kippen en huishoenders, worden ook andere vogels als proefdier gebruikt. In het lab zijn bijvoorbeeld kalkoenen, kanaries, papegaaien, eenden, koolmezen en meeuwen te vinden.
- De vogelsoorten worden voornamelijk gebruikt in onderzoek naar diergedrag, natuurbeheer, diergeneesmiddelen en trekgedrag.
- Zangvogels zoals kanaries worden ook gebruikt in onderzoek naar spraakontwikkeling. Dit komt omdat zangvogels hun vocale vaardigheden (het zingen) leren door hun ouders na te doen. Dit wordt gebruikt in onderzoek naar ‘vocaal leren’: bijvoorbeeld in onderzoek naar hoe kinderen leren te praten. Hun hersenen worden dan onderzocht in verband met het leren fluiten van melodieën. Na jaren gebruik worden de vogels gedood om de hersenen verder te kunnen bestuderen.
- Vogels zoals duiven, papegaaien en parkieten worden ook in het onderwijs gebruikt. Studenten van onder andere de opleiding diergeneeskunde leren op deze vogels vaardigheden als bloedprikken en het aanleggen van sondevoeding. In dit geval zijn deze dierproeven wel gericht op het bevorderen van het welzijn van de dieren (op de lange termijn).
In totaal worden er jaarlijks ongeveer 18.000 dierproeven gedaan op vogels, anders dan kippen en huishoenders.