Insecten

Insecten

Volgens de Wet op Dierproeven zijn ongewervelde dieren (m.u.v. de octopus) geen proefdieren. Er wordt namelijk aangenomen dat deze dieren geen stress of pijn ondervinden tijdens een dierproef. Een wetenschapper hoeft dus vooraf een onderzoek op fruitvliegjes, wormen, muggen, bijen of andere insecten, geen toestemming te vragen bij de Centrale Commissie Dierproeven. Het is daarom gissen hoeveel insecten gebruikt worden in wetenschappelijk onderzoek.

Fruitvliegen

Op papier is de muis ’s werelds meest gebruikte proefdier, maar de titel zou ook wel eens naar het fruitvliegje kunnen gaan. Maar fruitvliegjes zijn ongewerveld en dus wettelijk gezien geen proefdieren. Hoeveel fruitvliegjes precies worden gebruikt als proefdieren, wordt dankzij zijn status helaas nergens bijgehouden.

Misschien denk je: hoe is het mogelijk om op zo een klein diertje onderzoek te doen? Toch kan het! Zo kunnen wetenschappers onder andere de omgeving van een fruitvliegje aanpassen en onderzoeken hoe dit het gedrag en DNA van het vliegje beïnvloedt.

Waarom wordt de fruitvlieg gebruikt?

  • Net als een mens, heeft een fruitvlieg ook (hoe minuscuul ook) nieren, darmen, een hart en hersencellen.
  • Fruitvliegjes zijn bijzonder klein: wetenschappers kunnen er daardoor veel tegelijkertijd houden.
  • Aan het vermeerderen en verzorgen van de insecten zijn weinig kosten verbonden.

In welke onderzoeken worden fruitvliegjes gebruikt?

Fruitvliegjes worden met name gebruikt in genetica onderzoek. Dit komt omdat de vliegjes zich razendsnel voortplanten en omdat het makkelijk is om bepaalde genen ‘uit’ of ‘aan’ te zetten. De gevolgen hiervan kunnen bestudeerd worden bij de nakomelingen.

Proefdiervrije wereld

Veel mensen weten niet dat proefdieren in onderzoek vaak niet meer nodig zijn: er bestaan alternatieven die dierproeven overbodig maken. Ontdek hoe wij een proefdiervrije wereld waarmaken.

Wormen

Heb jij wel eens gehoord van de worm C. Elegans? Deze piepkleine rondworm wordt veel gebruikt in ontwikkelingsbiologie en in onderzoek naar het DNA en eiwitten. Ze zijn populaire diertjes in onderzoek omdat ze makkelijk genetisch te modificeren zijn en omdat ze zich snel voortplanten. Daarnaast zijn ze doorzichtig, wat het mogelijk maakt om mutaties (veranderingen in hun erfelijke eigenschappen) in hun lichaam te observeren.

Ook andere wormen worden gebruikt in onderzoek, zoals de zeeworm Hofstenia miamia*. Deze wormen zijn uitzonderlijk goed in het regenereren van lichaamsdelen. Als de kop van de zeeworm verwijderd wordt, groeit er gewoon een nieuwe kop, inclusief een nieuw brein. Om deze reden worden de wormen gebruikt in onderzoek naar (menselijke) regeneratie. Om dit onderzoek te doen, hebben onderzoekers zogenoemde ‘glow-in-the-dark’ wormen gecreëerd: dit zijn wormen die oplichten in het donker. Dit is mogelijk gemaakt doordat wetenschappers een fluorescerend eiwit hebben toegevoegd in het DNA van de wormembryo’s.


*Bron: Scientias.nl

Mieren

Mieren hebben een goed reukvermogen, en daardoor zijn ze na een training van amper 3 minuten al in staat om kankercellen van gezonde cellen te onderscheiden. Dit komt omdat de getrainde mieren de geur van kankercellen associëren met een beloning, namelijk een suikeroplossing. Wetenschappers zien meer mogelijkheden dankzij deze ontdekking: zo willen ze mieren bijvoorbeeld ook inzetten om andere ziekten, zoals malaria of diabetes, op te sporen.


Bron: scientas.nl, rtlnieuws


Proefmieren