Het heeft even geduurd, maar het aantal dierproeven in Nederland van 2018 is eindelijk bekend. Het goede nieuws is dat het aantal dierproeven is gedaald… maar cavia’s en konijnen moeten het ontgelden.

Dat blijkt uit het langverwachte jaaroverzicht “Zo Doende 2018” van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), waarin alle geregistreerde dierproeven staan vermeld.

Cavia’s en konijnen trekken aan het kortste eind

Het aantal cavia’s in dierproeven is in 2018 bijna verdubbeld. In 2017 werden er 5.816 cavia’s gebruikt in dierproeven, maar in 2018 waren dit er 11.443.

Ook konijnen hebben minder geluk gehad. In 2018 is het aantal dierproeven met konijnen met ruim 4.000 gestegen.

Cavia’s en konijnen worden voornamelijk gebruikt in medicijnonderzoek, zoals onderzoek naar astma en naar schadelijke stoffen. Waarom de twee knaagdieren in populariteit zijn gestegen in dierproeven, staat niet in het NVWA- jaaroverzicht.

Aantal dierproeven

Zie bovenstaande tabel voor de grootste stijgingen en dalingen

Minder dierproeven

We zien gelukkig ook dat het overzicht ook goed nieuws met zich meebrengt. In 2018 zijn er namelijk in totaal 448.399 dierproeven verricht: dat is een afname van 15,5% ten opzichte van 2017. Daar zijn we blij mee!

Het aantal dierproeven met muizen en met zebravissen is het sterkst afgenomen. Ten opzichte van het jaar ervoor, zijn er in 2018 namelijk 35% minder dierproeven met muizen en 62% minder dierproeven met zebravissen verricht.

Deadline gemist

Na de veel te late publicatie van het aantal dierproeven in 2017, beloofde de NVWA het jaaroverzicht voortaan vòòr het einde van het volgende jaar te publiceren. We hebben met spanning gewacht, maar zijn helaas teleurgesteld: de Zo doende van 2018 is namelijk pas 31 januari 2019 gepubliceerd.

Saskia Aan, adviseur Wetenschap en Innovatie: “Het is jammer dat we weer zo lang hebben moeten wachten op de cijfers, terwijl de minister had aangegeven dat ze er alles aan zouden doen om het overzicht vòòr eind 2019 te publiceren. Dat het nu niet gebeurd is, schaadt in onze ogen de transparantie rond dierproeven.”

Voldoende alternatieven

Het is jammer dat er anno 2020 nog steeds proefdieren nodig zijn. We weten namelijk dat het niet zo hoeft. Wetenschappers ontwikkelen en bedenken continu proefdiervrije alternatieven voor dierproeven.

Zo werkt professor Reinoud Gosens aan het ontwikkelen van een astma-op-een-chip, een model dat cavia’s uit astmaonderzoek kan halen én dat onderzoeksresultaten relevanter maakt voor mensen.