Welkom bij Drijfveren. Hier vertellen onderzoekers wat hen motiveert om proefdiervrije alternatieven te ontwikkelen. Dit keer is het aan prof. dr. Ellen van den Bogaard van het Radboudumc. Ellen onderzoekt huidziekten mede door het ontwikkelen van een proefdiervrij huidmodel. En zij zorgt ook voor het verbeteren van dit huidmodel en het toegankelijk maken van het model voor onderzoekers in Nederland en daarbuiten.
Stukjes menselijke huid kweken
In ons laboratorium maken wij een geavanceerd huidmodel met gekweekte stukjes menselijke huid. Wij hebben het geluk dat ons lab boven een dermatologiekliniek zit en dat we in een ziekenhuis werken waar materiaal van plastische chirurgie vrijkomt. Hier kunnen we de menselijke huidcellen uit halen om in ons kweekbakje te laten groeien. Met dit huidmodel kunnen huidziektes en behandelingen onderzocht worden.
Het ontwikkelen en onderzoeken van dit geavanceerde huidmodel doen wij vanuit het Radboudumc in een samenwerkingsverband met het LUMC, het Amsterdamumc en de Vereniging Samenwerkende Brandwondencentra in Nederland. Deze verschillende instellingen onderzoeken verschillende huidziekten met dit model. In het Radboudumc onderzoeken ze bijvoorbeeld behandelingen voor ontstekingsziekten van de huid. In Leiden (LUMC) gebruiken ze het voor onderzoek naar huidkanker. En in Amsterdam gebruiken ze het voor onderzoek naar overgevoeligheidsreacties en wondgenezing. In de brandwondencentra zetten ze het model in om natuurlijk brandwonden te onderzoeken.
“Door het huidmodel te verbeteren en ervoor te zorgen dat we samen met andere onderzoekers zorgdragen voor de ontwikkeling van natuurgetrouwe modellen, voorkomen we dat deze modellen van onvoldoende kwaliteit zijn, en dat alsnog wordt teruggegrepen op dierproeven.”
Appeltaartrecept voor de wetenschap
Wij willen de kwaliteit van menselijke huidmodellen voor onderzoek verbeteren. Onderzoekers gebruiken soms huidmodellen die niet zo geavanceerd zijn en bijvoorbeeld maar uit een paar lagen met huidcellen bestaan. Maar de menselijke huid is complex en bestaat uit verschillende onderdelen. Hierdoor is de relevantie van onderzoek met deze huidmodellen vaak minder voor de hand liggend. Wij willen ervoor zorgen dat ons huidmodel ook echt de menselijke huid nabootst. En we willen ons huidmodel toegankelijk maken voor andere onderzoekers.
Je kunt het ontwikkelen van een huidmodel vergelijken met het maken van een appeltaart. Wij maken een recept en een ingrediëntenlijst voor ons geavanceerde huidmodel, zodat andere onderzoekers die na kunnen maken. Maar als je dat vergelijkt met een appeltaart kan het nog steeds zo zijn dat de ene appeltaart net wat anders uitpakt dan de andere. En we willen juist zo veel mogelijk voorkomen dat er verschillen zitten tussen de huidmodellen die onderzoekers gebruiken. Daarom gebruiken wij technologieën waarmee we tot op molecuul niveau kunnen bekijken of ons huidmodel ook daadwerkelijk lijkt op de huid van de patiënt. Die kennis verwerken we in onze ‘ingrediëntenlijst’ voor andere onderzoekers, en daarnaast willen we ervoor zorgen dat de ingrediënten voor iedereen beschikbaar zijn.
“Een muis heeft van nature geen echte eczeem of psoriasis, zoals we die huidziekten zien bij de mens. Deze ziekten worden voor wetenschappelijk onderzoek daarom opgewekt in muizen.”
Muizen krijgen van nature geen eczeem of psoriasis
Voor huidonderzoek worden veel proefdieren gebruikt en vooral veel knaagdieren. Om onderzoek te doen naar huidziekten worden bijvoorbeeld muizen gebruikt.
Maar de huid van de muis en van de mens zijn niet precies hetzelfde. De huid van een muis is bijvoorbeeld dunner dan die van de mens en wondgenezing en ontsteking verlopen anders bij muizen, omdat er andere cellen bij betrokken zijn. Een muis heeft van nature ook geen echte eczeem of psoriasis, zoals we die huidziekten zien bij de mens. Deze ziekten worden daarom opgewekt in muizen om vervolgens het onstekingsproces en de reactie op geneesmiddelen te onderzoeken.
Gelukkig kunnen onze geavanceerde, menselijke huidmodellen het gebruik van proefdieren binnen onderzoek steeds meer vervangen. En kunnen we huidziekten, zoals huidkanker of psoriasis onderzoeken op huidmodellen die veel lijken op de huid van de patiënt.
Als ik later groot ben, word ik boerin
Ik wist al op heel jonge leeftijd dat ik op een pathologie-laboratorium wilde gaan werken. Binnen pathologie onderzoek je het ontstaan en verloop van ziektes, bijvoorbeeld door het onderzoeken van weefsels, cellen en moleculen. Ik wist dat zelfs al op de basisschool. Boerin worden stond ook hoog op mijn lijstje, natuur en het buitenleven heeft me altijd getrokken.
Maar ik wist dus zelfs op de basisschool al dat ik op een laboratorium wilde werken, achteraf gezien ook een betere keuze dan boerin (gezien de huidige problematiek). En dat ben ik ook daadwerkelijk gaan doen. Tijdens mijn opleiding heb ik ook een wetenschappelijke stage gedaan, waardoor ik nog meer interesse kreeg in wetenschappelijk onderzoek. Uiteindelijk ben ik bij het Radboudumc terecht gekomen en ben ik nu hoogleraar en hoofd van het laboratorium voor experimentele dermatologie.
Binnen de wetenschap vind ik dat zodra onderzoek met alternatieven kan, proefdieren ook vervangen moeten worden. Je hebt als onderzoeker de verplichting om te bekijken welke proefdiervrije methoden er zijn die je kunt gebruiken binnen je onderzoek, zoals organen-op-chips of organoids. We moeten binnen de biomedische wetenschappen proefdieren niet meer zien als de gouden standaard, en zorgdragen voor wetenschappelijk onderzoek dat de acceptatie van alternatieve humane modellen versnelt. Onze proefdiervrije, menselijke huidmodellen dragen hier ook aan bij.
Ellen inspireert ons, en wat nog belangrijker is, zij inspireert anderen. Zij bewijst dat proefdiervrije wetenschap de toekomst heeft. Bedankt Ellen, dat je de tijd hebt genomen om onze vragen te beantwoorden! We wensen je het allerbeste met je prachtige werk en samen kunnen we onze impact vergroten naar een wereld zonder dierproeven.