Welkom bij Drijfveren. Hier vertellen onderzoekers wat hen motiveert om proefdiervrije alternatieven te ontwikkelen. Dit keer is het aan arts-viroloog Katja Wolthers van het Amsterdam UMC – locatie AMC. Katja is een voorloper op het gebied van virusonderzoek zónder proefdieren. Zo onderzoekt zij het coronavirus, hiv- en verkoudheidsvirussen, met behulp van organoids; dit zijn mini-orgaantjes gekweekt uit menselijke cellen.

Debby Weijers

Opleiding zonder proefdieren

“Ik ben arts, dus ik heb een medische achtergrond en daarom ben ik geïnteresseerd in hoe ziekten bij mensen verlopen. Ik wilde mensen beter maken, maar was ook heel nieuwsgierig naar de biologie: hoe zit dat nou met ziekten? Hierdoor ben ik in het biomedisch onderzoek terecht gekomen.

Ik heb altijd met menselijke cellen gewerkt. Ik denk dat je bij Geneeskunde minder geconfronteerd wordt met dierproeven dan bij Biomedische Wetenschappen. Wij kregen wel anatomielessen, maar dat was op gedoneerde menselijke resten. Ik kreeg de cursus Proefdierkunde ook niet binnen Geneeskunde. Voor mijn onderzoeksstage wilde ik ook liever werken met patiënten, dan met muizen. Dat vond ik minder interessant en ook niet leuk om te doen.

Tijdens mijn promotieonderzoek heb ik ook geen proefdieren gebruikt. Ik deed onderzoek naar het hiv-virus en hoe je afweersysteem daarbij betrokken is. We hadden gelukkig een heel gemotiveerde groep van patiënten, waarbij we met hun toestemming bloed af konden nemen. Maar ik werd in die tijd wel bij andere onderzoekers geconfronteerd met het gebruik van proefdieren. Daar heb ik toen wel een mening over gevormd.”

Organoids Katja
Organoids in kweekschaaltje

“Ik heb een bewuste keuze gemaakt om geen virusonderzoek met proefdieren te doen. Dit was zowel een ethische als een wetenschappelijke keuze.”

Lange aanloop naar gebruiken van organoids

“Vanuit mijn promotieonderzoek werkte ik al met menselijke cellen. En dat heb ik doorgezet in de rest van mijn onderzoek. Maar daarin liep ik wel tegen wat beperkingen op. Cellen die we gebruiken voor virusonderzoek zijn namelijk cellen die goed in het lab kunnen groeien, bijvoorbeeld kankercellen, of cellen afkomstig van apen, want apen worden veel gebruikt in virusonderzoek. Maar dergelijke cellen die hebben niet de eigenschappen van gezonde menselijke cellen. Daarom waren er een aantal vragen die wij niet konden beantwoorden en was ik op zoek naar andere modellen. En toen heb ik een bewuste keuze gemaakt om dit niet met proefdieren te doen. Dit was zowel een ethische als een wetenschappelijke keuze.

Ik hoorde over onderzoeker Hans Clevers, die darm-organoids had gebruikt in onderzoek. Daar is het idee geboren om organoids te gebruiken voor virusonderzoek. Toen moesten we nog wel geld bij elkaar halen, en dit heeft best wel lang geduurd, van 2010 tot 2014 ongeveer. Toen startte mijn eerste Europese onderzoeksnetwerk, en kwamen we in aanraking met jullie en via jullie met het ZonMw-programma Meer Kennis met Minder Dieren. Jullie waren, net als ik, enthousiast over mijn onderzoek en we besloten samen te werken. Dankzij jullie hadden wij genoeg financiering om de organoids voor virusonderzoek verder uit te bouwen.”

Inspiratie voor jonge onderzoekers

“Samen met mijn ‘maatje’ Dasja Pajkrt willen we onze proefdiervrije inspiratie overdragen aan de nieuwe generatie van onderzoekers. Dat doen wij door middel van ons Europese trainingsnetwerk, Organovir. Dit netwerk is gericht op het ontwikkelen van organoids voor virusonderzoek. We werken daarin met 15 verschillende partners uit verschillende Europese landen, die allemaal jonge onderzoekers aandragen die promotieonderzoek doen op het vlak van organoids en virologie. Proefdiervrij is ook onderdeel van dit netwerk. We werken hierin samen met onderzoeksinstellingen en bedrijven, en dit levert efficiënt onderzoek op.”

Bedrijven zien potentie

“We zagen dat er vanuit bedrijven een behoefte is aan innovatie, die er minder is in het wetenschappelijk veld. Binnen de virologie dacht men soms: Hebben we organoids nodig, we hebben toch al proefdieren? Bedrijven hebben een economisch uitgangspunt, en willen graag medicijnen ontwikkelen die werken. Ik vind dat binnen de virologie teleurstellend weinig medicijnen zijn ontwikkeld die werken tegen virussen. Een van de problemen bij de ontwikkeling van medicijnen is, de vertaling van (verplicht) proefdieronderzoek naar de menselijke praktijk niet zo goed is, want maar 10% van medicijnen die zijn ontwikkeld met proefdieren, werkt in mensen. Dus bedrijven verliezen hierop eigenlijk geld en die zijn dus gemotiveerd om modellen te verbeteren voor het testen van potentiële medicijnen.

Vanuit het virologisch onderzoeksveld is die noodzaak er wat minder. Ik denk dat dit komt doordat men erg veel geloof hecht aan uitkomsten van proefdieronderzoek. Daar wordt weinig aan getwijfeld. We hebben wel discussies over de vertaalbaarheid, maar je ziet toch in de COVID-tijd dat je weer een stap terug doet. Onderzoekers grijpen toch weer terug op het gebruiken van apen, fretten of hamsters.”

Proefdierverbod voor virusonderzoek?

“Tegelijkertijd geeft COVID ook een mooi moment voor echte innovatie. We zien duidelijk een toename van het gebruik van organoids binnen het onderzoek naar COVID. En er worden ook steeds meer organoids ontwikkeld voor virussen waarvoor proefdieronderzoek niet goed werkt, zoals virussen die diarree veroorzaken. Ontwikkelingen op het gebied van organoids voor virusonderzoek gaan ontzettend snel. Maar nog niet snel genoeg voor een proefdierverbod voor virusonderzoek, want de ontwikkeling van vaccins is moeilijk zonder proefdieren. Ik weet nog niet hoe je dat met organoids zou moeten doen. Maar er is steeds meer mogelijk met organoids, en inmiddels kun je ook het een deel van immuunsysteem nabootsen in deze modellen.”

“Als het gaat om een proefdierverbod, dan zou dit er moeten zijn voor proefdieronderzoek voor geneesmiddelen die al lang getest zijn in de mens. Hier zouden we moeten beginnen.”

 

“Ik ben optimistisch dat we verder zijn dan mensen denken als het gaat om proefdiervrije innovaties. Daarom werken wij ook enthousiast verder aan deze methodes, bijvoorbeeld in ons volgende grote onderzoeksproject GUTVIBRATIONS. Maar soms zinkt de moed me ook wel in de schoenen, omdat ik zie dat er nog ontzettend veel proefdieren gebruikt worden. Als het gaat om een proefdierverbod, dan zou dit er moeten zijn voor proefdieronderzoek voor geneesmiddelen die al lang getest zijn in de mens. Hier zouden we moeten beginnen. En hier zouden de ethische commissies strenger in moeten zijn. Ik denk zeker dat we op de goede weg zijn. We zijn er nog niet, maar we zijn verder dan je denkt.

Luister naar het hele gesprek met Katja in Proefdiervrij de Podcast: hieronder óf waar je dan ook graag naar je podcast luistert.