Proefdiervrij sprak met professor dr. Aldert Piersma van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) over zijn onderzoek. Hij leidt het gezamenlijke onderzoek “Stoffen en prenatale gezondheidsbescherming”, dat gaat over onderzoek naar risico’s van stoffen en de bescherming van het ongeboren kind. Proefdiervrij financiert dit belangrijke onderzoek waardoor enorme aantallen proefdieren worden vervangen!

 

Wat is zo bijzonder aan dit onderzoek?

‘Het bijzondere aan dit onderzoek is dat kennis uit twee vakgebieden samen wordt gebracht waardoor een wereld opengaat aan nieuwe mogelijkheden! Er wordt al heel lang onderzoek gedaan naar chemische stoffen en de mogelijke risico’s voor de volksgezondheid. Dat is het vakgebied van de toxicologie. Er is ook heel veel onderzoek gedaan naar de ontwikkeling van dier en mens in de periode tussen de bevruchting en de geboorte. Dat is het vakgebied van de embryologie. Als we de kennis van deze twee vakgebieden samenvoegen (dat noemen we ‘stoffen en prenatale gezondheidsbescherming’), dan maken we geheel nieuw onderzoek mogelijk waardoor bij veiligheidsonderzoek op dit gebied de proefdieren op termijn mogelijk geheel kunnen worden vervangen!’

 

Dat gaat dus over grote aantallen proefdieren die worden vervangen?

‘Omdat het over de voortplanting gaat worden voor dit type onderzoeken enorme aantallen proefdieren gebruikt. Bij het onderzoek of een stof een afwijking veroorzaakt in de ontwikkeling van een ongeboren dier (bijvoorbeeld een rat), moeten meerdere generaties bekeken worden. Dan krijgen drachtige ratten een stof toegediend, waarna de ontwikkeling van hun jongen wordt gevolgd. Om één stof te testen, zijn meerdere moederdieren nodig die elk vaak meer dan tien jongen krijgen. Al met al zijn er gemiddeld 1400 dieren nodig om één stof te testen. Dat is dan nog maar één stof.’

 

Hoe moet ik jullie onderzoek voorstellen?

‘Door de celdeling en de vorming van allerlei celtypen zoals zenuwcellen, hartspiercellen en botcellen, uit menselijke embryonale stamcellen in een petrischaaltje te volgen, kun je bestuderen welke reacties optreden als een bepaalde stof wordt toegevoegd. Neem nu vitamine A. Dit wordt door ons lichaam omgezet naar de actieve vorm, vitamine A zuur. Voor de embryonale ontwikkeling is het vitamine A zuur heel belangrijk. Maar een te hoge dosis van deze stof is heel gevaarlijk (dit hebben we geleerd uit de toxicologie). Gelukkig zijn er in ons lichaam enzymen die ervoor zorgen dat het vitamine A zuur op een gezond niveau blijft (dat is kennis uit de embryologie). Door te kijken naar het gedrag van die enzymen na blootstelling aan een te testen stof kan je dus zien hoeveel van die stof wel of niet schadelijk is.’

 

Dus worden veiligheidstesten nu ook betrouwbaarder?

‘Als je wilt weten of mensen risico lopen wanneer een bepaalde stof wordt ingenomen, is het het beste om dat dan ook te testen met testsystemen die gebaseerd zijn op kennis van de situatie bij de mens. Proefdieren hebben overeenkomsten met de mens, maar er zijn ook grote verschillen, die we ook niet allemaal goed kennen. Daarom richt dit onderzoek zich op menselijke cellen.
Het eerste doel van ons onderzoek is het identificeren van de juiste set proefdiervrije onderzoeksmodellen. Daarmee worden niet alleen enorme aantallen proefdieren vervangen, maar wordt het ook mogelijk om veel exacter te kunnen voorspellen of een stof gevaar oplevert voor de ongeboren vrucht van de mens.

 

Komt veiligheidsonderzoek zonder proefdieren hiermee in zicht?

‘De klassieke regelgeving is gebaseerd op het idee dat je de veiligheid van stoffen kan waarborgen als je gebruik maakt van een serie dierproeven die nu wordt voorgeschreven. Bij onderzoek naar de vervanging van deze proeven is tot nu toe steeds gezocht naar proefdiervrije versies van afzonderlijke testen.
Zo werkt het helaas niet en zo simpel is het (helaas) ook niet. Waar we aan werken is een batterij van testen die elkaar aanvullen en tezamen een veel beter en betrouwbaarder beeld geven van mogelijke risico’s van stoffen.‘

 

Hoe ervaar je de samenwerking van het RIVM met Proefdiervrij?

‘Het is heel speciaal dat het RIVM deze samenwerking aangaat met Proefdiervrij. Het RIVM neemt als overheidsorgaan een bijzondere positie in. Door het contact met de maatschappij kennen wij de wens om proefdieren te vervangen. Tegelijkertijd willen we de risicoschatting van stoffen verbeteren. Dat levert nieuwe onderzoeksvragen voor de wetenschap op. Maar het RIVM stimuleert ook dat de uitkomsten van het onderzoek terechtkomen bij diegenen die ervoor kunnen zorgen dat de regelgeving wordt aangepast. Ik vind het heel erg belangrijk dat je als onderzoeker met één voet in de maatschappij en één voet in het lab staat. In de maatschappij ontstaat steeds meer druk om ervoor te zorgen dat er minder proefdieren worden gebruikt. Onderzoekers zoals wij bij het RIVM maken die vervanging mogelijk!’

 

Waarom wordt de veiligheid van stoffen eigenlijk op proefdieren getest?

‘In de zestiger jaren leidde het gebruik van een geneesmiddel tot aangeboren afwijkingen. Softenon was een slaapmiddel dat ook werd geslikt tegen zwangerschapsmisselijkheid. Toen er duizenden mismaakte kinderen werden geboren, bleek dat de moeders dat middel tijdens de zwangerschap hadden geslikt.  Dit had natuurlijk nooit mogen gebeuren. Om herhaling te voorkomen werden vanaf dat moment steeds meer dierproeven onderdeel gemaakt van de procedure om de veiligheid van een medicijn te bepalen. Aan ons de taak om nu een betere benadering te kiezen op basis van kennis van de embryonale ontwikkeling van de mens, en daarmee proefdierstudies overbodig te maken!’

 

Wil je meer weten over het onderzoek van prof. Piersma? Bezoek dan ons crowdfunding platform!

 


 

Bescherming van eicel tot baby

 

Elke dag worden we blootgesteld aan chemische stoffen, in cosmetica, schoonmaakproducten, voedseladditieven, medicijnen etc. Hoe veilig zijn die eigenlijk voor de volksgezondheid? En in het bijzonder: hoe veilig zijn die eigenlijk voor de ongeboren baby?
ontwikkeling celdelingHet leven begint met een bevruchte eicel die zich gaat delen. Op een bepaald moment gaan cellen differentiëren, oftewel zich klaarmaken voor een speciale taak; dat is het moment dat bloedcellen, longcellen, levercellen, huidcellen etc. ontstaan. Die bloedcellen gaan zich op hun beurt differentiëren in rode bloedcellen, witte bloedcellen, bloedplasmacellen etc.
ontwikkeling celdelingOp cruciale ‘beslismomenten’ zorgen cellen ervoor dat ze zich net zo lang specialiseren tot het lichaam klaar is om geboren te worden. Als er iets mis gaat op zo’’n ‘beslismoment’, bijvoorbeeld door blootstelling aan een chemische stof, kan een afwijking ontstaan in de ontwikkeling van het kind.

ontwikkeling-embryoHet onderzoek van professor Piersma heeft uiteindelijk tot doel om te komen tot een computermodel waarin alle beschikbare kennis over de ontwikkeling van het embryo én alle kennis over stoffen bij elkaar komt. Daarnaast wordt een reeks van alternatieve testen ontwikkeld waarin effecten van stoffen kunnen worden gemeten. ontwikkeling-foetusDeze effecten worden dan in het model ingebracht, dat dan de schadelijkheid van de stof voorspelt. Zo worden niet alleen enorme aantallen proefdieren vervangen, maar kan ook de bescherming van het ongeboren kind veel beter worden gewaarborgd.