Ontzettend veel proefdieren lijden in medicijnonderzoek, terwijl dit maar weinig goede medicijnen oplevert voor de mens. Gelukkig zijn er onderzoekers die werken aan een proefdiervrije toekomst voor medicijnonderzoek. Zoals het onderzoek met de darm-op-een-chip waarmee medicijnen op een proefdiervrije manier getest worden. Een mooi project, dat duizenden proefdieren kan vervangen. Dit is hoe het werkt.
Verplichte dierproeven
Bij het uitbrengen van een nieuw medicijn, is het wettelijk verplicht om te testen of het medicijn veilig is voor gebruik en of het werkt voor mensen.
Ongeveer 90% van de nieuwe medicijnen blijkt na dierproeven toch giftig of niet te werken voor mensen. Hierdoor lijden ontzettend veel proefdieren in medicijnonderzoek, terwijl dit maar weinig goede medicijnen oplevert voor de mens. Het is daarom heel belangrijk om in te zetten op proefdiervrij en mensgericht testen van medicijnen. Niet alleen voor de dieren, maar ook voor ons als mensen.
Wat is het darm-op-een-chip onderzoeksproject?
In veel verschillende onderzoeken wordt gewerkt aan een proefdiervrije toekomst voor medicijnonderzoek. Zoals ook in het onderzoek met de darm-op-een-chip. Dit is een plastic (micro)chip met daarin een mini-orgaantje, namelijk een stukje menselijke darm. Met de darm-op-een-chip kunnen processen van onze darmen worden nagebootst. Namelijk de opname van medicijnen door de darmen, zoals dit ook in ons lichaam gebeurt.
Medicijnen zijn verschillend
Wij ondersteunen dit innovatieve darm-op-een-chipproject, maar om deze chip werkelijkheid te maken, werden de handen van verschillende partijen in een geslagen. Zo werkten de onderzoekers van de Hogeschool Leiden, de Universiteit Leiden, het Centre for Human Drug Research, het orgaan-op-chip bedrijf Mimetas en Bruker Daltonics (fabrikant van wetenschappelijke instrumenten) samen aan het project. Deze onderzoekers liepen tijdens het darm-op-een-chiponderzoek tegen een aantal uitdagingen aan, want medicijnen zijn heel verschillend. En hoe kun je voor al die verschillende medicijnen op dezelfde manier meten hoe die door de darmen worden opgenomen?
Daarvoor hebben zij een speciale techniek ontwikkeld, waarmee dit wél mogelijk is, namelijk een zogenoemde monstervoorbewerkingsmethode. Dit is een methode waarmee er meer informatie verkregen kon worden uit de darm-op-een-chip. Met deze techniek konden de onderzoekers voor zeven verschillende medicijnen testen hoe die werden opgenomen door de darmen. En het is ook in het algemeen een belangrijke ontwikkeling, want hierdoor kunnen organen-op-chips beter ingezet worden voor het testen van medicijnen.
Belangrijk voor de toekomst
De wetenschappelijk leider van het darm-op-een-chipproject is dr. Peter Lindenburg. Hij is afgestudeerd bioloog en biofarmaceutisch wetenschapper, en werkzaam als lector Metabolomics bij het Leiden Centre for Applied Bioscience van Hogeschool Leiden. Peter vindt het darm-op-een-chipproject belangrijk voor de proefdiervrije wetenschappers van de toekomst. Hij benoemt de impact van het project op huidige en toekomstige studenten: “Tijdens het onderzoek zijn enkele tientallen studenten van de Hogeschool Leiden in aanraking gekomen met technieken die grote potentie hebben voor proefdiervrije innovatie. Wij hebben gemerkt dat dit een onderwerp is dat studenten aanspreekt en het darm-op-een-chip onderzoeksproject is dan ook de aanleiding om een grote onderzoekslijn op te zetten geheel rondom organen-op-chips.”