Het Nationaal Comité advies dierproevenbeleid (NCad) komt met een evaluatie van het advies dat zij in 2016 uitbracht aan de overheid. Wat vooral opvalt, is dat het NCad stelt dat we ons met alle nieuwe kennis over hoe dieren de wereld ervaren serieus moeten afvragen of we dierproeven ethisch nog wel kunnen rechtvaardigen. Hiervoor beroepen zij zich op nieuwe wetenschappelijke inzichten over het gevoelsleven en de cognitie van dieren. De evaluatie is een opmaat naar een nieuw advies dat dit belangrijke onafhankelijke adviesorgaan in 2025 gaat opstellen.
Dierproeven staan opnieuw ter discussie
In aanloop naar het commissiedebat van 29 januari 2025 heeft een groep van ruim 200 wetenschappers een opiniestuk gepubliceerd in NRC. Daarin waarschuwen ze dat het afbouwen van dierproeven ten koste gaat van wetenschappelijke innovatie. Terwijl het Nationaal Comité advies dierproevenbeleid (NCad) in hun evaluatie concludeert dat nieuwe wetenschappelijke inzichten de ethische rechtvaardiging voor dierproeven onderuit halen.
Met deze evaluatie van het NCad staan we op een kantelpunt: kiezen we voor de toekomst met proefdiervrije wetenschap, of blijven we vasthouden aan een verouderd systeem?
Dit doet het Nationaal Comité advies dierproevenbeleid
Het Nationaal Comité advies dierproevenbeleid (NCad) is een onafhankelijk adviesorgaan, in 2014 in het leven geroepen door de Nederlandse overheid om het welzijn van proefdieren te beschermen. Dit doet het comité door gevraagd en ongevraagd advies uit te brengen aan de overheid, maar ook door proefdiervrije innovatie, kennisontwikkeling en samenwerking aan te jagen.
Terug naar 2016: het eerste advies
In 2016 bracht het NCad een advies uit aan de Nederlandse overheid. Hierin gaven zij aanbevelingen om de overgang naar een proefdiervrije wetenschap te versnellen. In lijn met de door de overheid zelf uitgesproken ambitie om in 2025 voorloper te zijn op het gebied van proefdiervrije innovatie, waren dit de belangrijkste aanbevelingen:
- Nederland moet de wettelijk verplichte dierproeven voor het testen van medicijnen, chemische stoffen en voedingsingrediënten afbouwen.
- Nederland moet per wetenschappelijk onderzoeksgebied inzichtelijk maken op welke manieren onderzoek met proefdieren in de komende tien jaar afgebouwd kan worden.
- Nederland moet internationaal inzetten op een herziening van de rol van proefdieren in het standaardtraject om de veiligheid van stoffen te beoordelen.
- Om voorloper te kunnen zijn op het gebied van proefdiervrije wetenschap, is een verandering in denken over het gebruik van proefdieren in onderzoek nodig.
De evaluatie: dit zegt het NCad
In de op 13 september 2024 gepubliceerde evaluatie beoordeelt het NCad hoe het nu staat met de transitie naar een proefdiervrije wetenschap. Het comité stelt dat er stappen zijn gezet, maar dat kansen om sneller vooruitgang te boeken vaak bleven liggen. Ze merken op dat de focus op dit moment vooral ligt op het ontwikkelen en implementeren van proefdiervrije modellen en dat er te weinig aandacht is voor het ‘menselijke’ aspect van de transitie naar proefdiervrij.
Zo wordt er onvoldoende ingezet op het veranderen van oude denkwijzen en gedragspatronen en worden ook nieuwe inzichten over wat er nodig is voor dierenwelzijn onvoldoende meegenomen. Met name dat laatste punt is baanbrekend en beschouwen wij als een grote overwinning.
Nieuwe inzichten in dierethiek moeten gevolg krijgen
Nieuwe inzichten in de relaties tussen mens en dier laten zien dat dieren complexer zijn dan we dachten, aldus het NCad. De afgelopen jaren stelden wetenschappers vast dat dieren kunnen lijden, communiceren en handelen met een ‘bedoeling’. Sommige dieren hebben zelfs een gevoel van rechtvaardigheid, allemaal hebben ze een individuele persoonlijkheid.
Op dit moment betekent dierenwelzijn in de praktijk vaak: het beperken van ongemak. Maar de nieuwe inzichten benadrukken volgens het NCad dat dit niet voldoet. Welzijn vereist voor dieren net zo goed als voor mensen dat zij sociaal en natuurlijk gedrag kunnen vertonen dat in lijn is met de behoeften van hun soort. Het betekent ook dat zij een zekere mate van controle over hun situatie hebben en dat ze keuzes kunnen maken die ervoor zorgen dat ze zich fijn voelen.
Een belangrijke opmaat naar een nieuw advies in 2025
De evaluatie is het vertrekpunt voor de gesprekken die het NCad komende tijd gaat voeren met experts en stakeholders. Op basis van die gesprekken zal het comité in 2025 een nieuw advies uitbrengen. De evaluatie die zij nu naar buiten gebracht hebben, geeft dus een belangrijk signaal af over wat we kunnen verwachten in 2025, het jaar dat we eigenlijk voorloper op het gebied van proefdiervrije innovatie hadden moeten zijn. Wij kijken dan ook uit naar het nieuwe adviesrapport.
Kritiek: ‘wel realistisch blijven’
Op 11 december liet een grote groep wetenschappers zich in een opiniestuk in het NRC kritisch uit over de evaluatie. Zij roepen op om ‘realistisch te blijven in het debat over proefdieronderzoek’ en stellen dat ‘het overhaast afbouwen van dierproeven de wetenschappelijke vooruitgang zal remmen en innovatie in de Nederlandse gezondheidszorg ernstig zal schaden’.
Dit is natuurlijk niet waar het NCad voor pleit en ook niet waar wij voor staan. We delen de zorgen van deze wetenschappers dat wetenschap niet stil mag komen te staan. Maar vasthouden aan een systeem dat niet representatief en soms zelfs onveilig is voor de mens, is óók geen oplossing. ‘Realistisch blijven’ lijkt in deze context dan ook vooral te betekenen: vasthouden aan wat we kennen. Wij slaan liever de handen ineen om stap voor stap te kijken wat er wél mogelijk is.
Het geweten van de wetenschap
Als wetenschap ergens om draait, is het vooruitgang. Vastklampen aan een verouderd systeem is niet alleen ethisch onhoudbaar, maar ook wetenschappelijk achterhaald. Negen van de tien medicijnen die op dieren werken, falen bij mensen. Als dat niet om vernieuwing schreeuwt, wat dan wel?
‘Uiteindelijk willen we allemaal hetzelfde: een wetenschap die patiënten helpt en waarin we het maximale uit onderzoek halen. Het verschil zit niet in het doel, maar in hoe we dat doel willen bereiken.’ Anne Burgers, MSc Animal Sciences & Adviseur Wetenschap en Innovatie bij Proefdiervrij
Een verandering in denken over proefdieren is nodig
Wat het NCad in hun evaluatie stelt, is in lijn met wat wij al jaren zeggen. We hebben geen proefdieren nodig om de wetenschap vooruit te brengen. Die overtuiging baseren we niet op wensdenken, maar op al dat proefdiervrije onderzoek dat nú al plaatsvindt en bewijst dat het anders kan. De reden dat we nog steeds proefdieren gebruiken, lijkt vooral te zijn ‘omdat we het altijd zo gedaan hebben’. We kunnen zonder proefdieren. Wat nu nodig is, is een verandering in denken — precies die omslag moet de overheid volgens het NCad stimuleren.
Dat dieren een complex gevoelsleven hebben, wisten we niet toen we eeuwen geleden begonnen met dierproeven. Nu wetenschappers die zich bezighouden met de cognitie en emoties van dieren deze waarheid voor ons blootgelegd hebben, kunnen we niet langer rechtvaardigen dat we dieren laten lijden. Volgens het NCad geldt dat voor fundamenteel onderzoek, wat ons betreft geldt dat voor welk wetenschappelijk onderzoek dan ook. Wetenschappelijk onderzoek dat gelukkig ook probleemloos voortgezet kan worden zonder proefdieren, als we het lef hebben om oude gewoontes los te laten en durven vertrouwen op nieuwe methodes.
Laat je stem horen voor wetenschappelijke innovatie zónder dierenleed
Dit bericht op Instagram bekijken