Wetenschappers van het Hubrecht Instituut en het Prinses Máxima Centrum hebben een mooie ontdekking gedaan. Met behulp van mini-organen (organoids), hebben zij een gen gevonden dat een cruciale rol speelt bij het bepalen hoe darmcellen zich ontwikkelen. En dat kan een groot verschil maken in het onderzoek naar het ontstaan van kinderkanker.

Goed nieuws voor patiënten – maar ook voor proefdieren. Dit mooie onderzoek laat namelijk maar weer eens zien hoe proefdiervrije alternatieven kunnen bijdragen aan het onderzoeken van ziekten en behandelingen, zonder dat daarvoor proefdieren moeten lijden.

Onze darmen zetten de toon

Wat er in onze darmen gebeurt, is van groot belang voor onze gezondheid. Zo zijn onze darmen niet alleen verantwoordelijk voor onze spijsvertering, maar spelen ze ook een grote rol in ons immuunsysteem. Veranderingen in de darmflora kunnen daarom leiden tot diverse gezondheidsproblemen – zoals verschillende vormen van kinderkanker.

Om te begrijpen hoe kanker bij kinderen kan ontstaan, hebben wetenschappers van het Hubrecht Instituut en het Prinses Máxima Centrum daarom onderzocht hoe de stamcellen in onze darmen zich ontwikkelen tot een specifiek soort darmcel dat verantwoordelijk is voor verschillende hormonen (entero-endocriene cellen).

En… dat hebben ze niet op proefdieren gedaan! In tegenstelling tot het meeste kankeronderzoek in Europa (95%), is het onderzoek niet met muizen maar met behulp van organoids gedaan: in het lab gekweekte mini-orgaantjes, die de structuur en functie van de menselijke darm nauwkeurig nabootsen.

Net als een stoplicht

Door in de organoids bepaalde genen aan en uit te zetten, konden wetenschappers zien hoe deze genen de ontwikkeling van hormoonproducerende cellen beïnvloedden.

Hoe het precies werkt? Stel je een druk kruispunt voor, met verschillende wegen die naar verschillende plekken leiden. De auto’s representeren verschillende soorten cellen. Transcriptiefactoren* functioneren als stoplichten en vertellen de cellen in welke richting zij mogen gaan.

Dr. Lin Lin, postdoctoraal onderzoeker in de Clevers onderzoeksgroep in het Hubrecht Instituut en het Prinses Máxima Centrum zegt hierover: “In onze studie hebben we CRISPR-technologie, een tool voor het bewerken van genen, gebruikt. Daarmee zetten we specifiek de schakelaars voor die ‘verkeerslichten’ aan en uit. Zo konden we het ingewikkelde signaalsysteem ontrafelen dat cellen naar hun vooraf bepaalde routes stuurt.”

*Transcriptiefactoren zijn eiwitten die de activiteit van genen beïnvloeden door zich te binden aan specifieke DNA-sequenties. Hierdoor kunnen transcriptiefactoren de transcriptie van DNA naar mRNA beïnvloeden, wat op zijn beurt de productie van eiwitten reguleert.

Meer kennis en dus betere behandelingen

Het onderzoek zorgt voor nieuwe inzichten in het ontstaan van o.a. hormoonaandoeningen en bepaalde vormen van kinderkanker. Daardoor kunnen artsen de ziekte beter begrijpen én beter behandelingen ontwikkelen. En dat allemaal zonder proefdieren!

Bron: Het Prinses Máxima Centrum