Het traditiegetrouw late jaarrapport van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit lijkt een heldere boodschap te hebben: in 2022 nam het aantal proefdieren voor het 4e jaar op rij toe. Dit keer niet met een paar honderd, maar met 14.410 naar 492.380 proefdieren. Toch zeggen grote getallen in de praktijk niet zoveel. Voor een individueel proefdier maakt het namelijk niet uit hoeveel andere dieren er óók lijden in onderzoek. En ook over hoe ver we al zijn in de transitie naar een wetenschap die volledig kan draaien zonder proefdieren, zegt het aantal proefdieren weinig.

Zoals ieder mens mens moet kunnen zijn, moet ieder dier kunnen leven naar de aard van zijn soort. Voor proefdieren is dit niet aan de orde. Verreweg de meeste van hen worden geboren én sterven in een lab. In de tussentijd ondergaan zij vaak nare proeven. Dat er vorig jaar weer bijna een half miljoen dieren geconfronteerd werden met dit lot, is pijnlijk. En toch betekenen de cijfers in dit rapport – de zogeheten Zo Doende – weinig. 

Het maakt een hond niet uit hoeveel honden proefhond zijn

Hoewel wij als pleitbezorger van een wereld zonder proefdieren de cijfers rondom dierproeven natuurlijk liever zien dalen, is het aantal proefdieren voor proefdieren zélf volkomen irrelevant. Het maakt een hond niet uit dat er dit jaar meer honden gebruikt werden (van 906 in 2021 naar 1.008 in 2022) en het maakt een ‘andere vogel’ niet uit dat er dit jaar meer proeven gedaan werden op ‘andere vogels’ (van 12.356 in 2021 naar 18.794 in 2022). Of je onderdeel bent van een stijgende of dalende trend – per soort, of in z’n totaliteit – maakt geen verschil. Het enige cijfer dat het verschil maakt voor álle individuele dieren, is nul: nul proefdieren, in alle landen.

Proefdier zijn betekent altijd honderd procent pech hebben.

Het aantal proefdieren stijgt, maar het aantal proefdiervrije innovaties óók

Precies omdat proefdieren geen boodschap hebben aan statistiek, gaan wij door totdat het laatste dier het lab uit is. ‘Gelukkig staan wij daar niet alleen in,’ vertelt Debby Weijers, onze directeur. ‘We delen onze missie met vooruitstrevende wetenschappers die werken aan innovatieve onderzoeksmethodes zónder dieren. Veel mensen hebben geen idee hoeveel er al mogelijk is en rapporten als deze geven onterecht de indruk dat proefdiervrij onderzoek geen vooruitgang boekt. Terwijl het tegenovergestelde waar is: in 2022 en 2023 hebben wij meer dan twintig proefdiervrije onderzoeken gefinancierd. En dat is natuurlijk maar een klein deel van de onderzoeken die lopen. Het enige wat dit rapport hard maakt, is dat we de eindstreep nog niet gehaald hebben.’

Dubbel doodzonde

En dat is letterlijk doodzonde. Gelukkig zijn er ook honden, ratten en muizen die na hun ‘loopbaan’ als proefdier geadopteerd worden, maar de meeste proefdieren die geboren worden in een laboratorium sterven daar ook. In verreweg de meeste gevallen óók nog eens voor niks: ‘Negentig procent van de medicijnen die goedgekeurd zijn op dieren blijkt uiteindelijk niet geschikt voor mensen,’ legt Debby uit. 

Debby Weijers

‘Zelfs als je het niet met ons eens bent dat er een einde moet komen aan het leed van proefdieren, is er dus reden genoeg om volop in te zetten op proefdiervrije innovaties. Proefdiervrije innovatie redt namelijk niet alleen dierenlevens, maar ook mensenlevens, doordat deze onderzoeken beter op ons afgestemd zijn. Over hoeveel stappen we dáár de afgelopen jaren al in gezet hebben, zegt een rapport als dit helaas niks.’ 

Een wereld waarin ieder dierenleven en ieder mensenleven telt

Dieren zijn geen mensen. Ze lijken niet eens op ons. Deden ze dat wel, dan zouden we ze nooit aan pijnlijke proeven onderwerpen. Het is dus niet meer dan logisch dat ze ook niet voldoende op ons lijken om ons te representeren in wetenschappelijk onderzoek.  Een wetenschap waarin ieder dierenleven en ieder mensenleven telt, is dan ook een proefdiervrije wetenschap. Een rapport dat inzicht geeft in hoe ver we al zijn in die transitie, is er helaas nog niet – maar we zijn verder dan je denkt. 

Nul proefdieren

Organoids, organen-op-chips en computermodellen kunnen proefdieren vervangen. En dat is geen toekomstmuziek, dat is nú. Helaas is er nog niet voor elk type onderzoek een proefdiervrij alternatief. Daarom financieren wij de ontwikkeling van innovatief wetenschappelijk onderzoek zónder het gebruik van proefdieren. Omdat we geen financiële ondersteuning van de overheid krijgen, kunnen wij volledig onafhankelijk ons werk doen. Iedere euro die wij in proefdiervrij onderzoek stoppen, komt van een trouwe achterban van donateurs. Samen met deze fantastische mensen zorgen we ervoor dat we op een dag de allerlaatste Zo Doende in handen hebben, een rapport waarop staat: nul honden, nul ‘andere vogels’, nul proefdieren.