De Zo Doende is luid en duidelijk: in 2021 zijn er 29.000 meer dierproeven gedaan dan het jaar daarvoor. En dat nieuws kwam bij ons hard binnen. Elke dag zetten wij ons in om dierproeven te stoppen en deze te vervangen met innovatieve proefdiervrije onderzoeksmodellen. Het rapport dat onthult hoeveel dierproeven in dat jaar zijn gedaan, lijkt een mooi meetinstrument waardoor we kunnen zien of onze aanpak effect heeft. Maar, reageert onze directeur, ondanks dat dit belangrijke cijfers zijn, moeten we er ons ook niet op vast staren. Ja, er is actie nodig, maar die proefdiervrije toekomst is dichterbij dan je denkt
De Zo Doende is een jaaroverzicht over de dierproeven die vergunninghouders hebben uitgevoerd. Elk jaar wordt door het NVWA het rapport gepubliceerd. Het jaaroverzicht van 2021 is hier te lezen.
Dat het aantal dierproeven in de afgelopen jaren is blijven hangen op hetzelfde aantal, balen wij ontzettend van. We weten dat veel dierproeven niet meer nodig zijn. Dat ze nog wel gedaan worden is dan ook écht een probleem voor mens en dier. Op sociale media krijgen wij regelmatig de vraag hoe wij tegen de stijging kijken. En vooral: hoe het kan dat die stijging er is als wij ons zo hard inzetten. We hebben aan onze directeur Debby Weijers gevraagd om hierop te reageren. Dit zei ze:
Strijden tegen een vastgeroest denkpatroon
“We moeten het in perspectief zetten: over de jaren heen is het aantal dierproeven in Nederland gezakt van 1,5 miljoen per jaar naar nu minder dan een half miljoen. Dat is een enorme daling die hard nodig was.
Toch blijven we nu een aantal jaar hangen op zo’n half miljoen dierproeven per jaar. En één van de grootste redenen daarvoor is dat dierproeven gezien worden als de vertrouwde en bekende optie. Het wordt al jaren gedaan. Tijdens de coronapandemie zag je dat in levenden lijve: er kwam een nieuw virus waar heel veel onderzoek naar gedaan moest worden en in die vlaag van paniek en tijdnood wordt het snelst naar het bekende gegrepen: proefdieren. Niet omdat die betere resultaten geven, maar omdat het gewoonweg een vastgeroest patroon is.”
Klik hier om meer te lezen over de daling in 2018.
Uit de comfortzone gaan
“Daarom is er vanaf dit punt een verandering in denken nodig. We hebben zoveel innovatieve en kansrijke proefdiervrije modellen die vaak nog betere resultaten geven dan dierproeven, maar waar minder snel naar gegrepen wordt. Want, het is relatief nieuw en anders dan wat we gewend zijn.
Dat iets wat al honderden jaren als normaal gevonden wordt, namelijk dierproeven, niet zo snel uit het systeem komt, is dus eigenlijk niet zo heel gek. Vanaf dit punt moeten we samenwerken met de wetenschap om hen de alternatieven te laten zien en hen te stimuleren om deze te gebruiken. Want deze zorgen uiteindelijk voor veiligere medicijnen en een betere wetenschap. Gelukkig zien we al heel grote veranderingen, maar we ontkennen niet dat er nog een weg te gaan is waarin naast vastgeroeste patronen ook regelgeving veranderd moet worden.”
De stappen die al wél genomen zijn, worden niet gemeten
“Nu zien we misschien geen daling in het aantal dierproeven, maar op de lange termijn komt die er wel. En we zijn echt al verder dan je denkt. Alleen al omdat wij bijvoorbeeld dankzij onze donateurs en nalaters proefdiervrije modellen kunnen financieren en omdat we via de Proefdiervrij Venture Challenge passievolle wetenschappers ondersteunen bij het op de markt krijgen van hun proefdiervrije model. Want hoe meer alternatieven er zijn die dierproeven overbodig maken, hoe sneller die proefdiervrije toekomst realiteit wordt.
Het aantal dierproeven waar we nu op blijven hangen, zegt niks over de verandering in denken die al wel gaande is. En vergeet niet: een wetenschappelijk onderzoek heeft een looptijd van zo’n 4 tot 10 jaar. Waar nu onderzoek naar gedaan wordt, horen we pas veel later meer over. Eén ding beloof ik je: we knokken er elke dag voor om dieren het lab uit te krijgen, en we blijven doorgaan tot het laatste dier het lab verlaat.”
Liever luisteren naar Debby’s reactie? Bekijk de video!