Steeds meer proefdieren worden ingezet voor onderzoek naar leverziekten. In dit soort onderzoek worden vooral plofmuizen gebruikt. Plofmuizen zijn muizen die altijd honger hebben. Ze worden vetgemest waardoor ze overgewicht krijgen. Vervolgens kijken onderzoekers naar de gevolgen hiervan op de werking van de lever. Maar onderzoek op deze plofmuis levert helemaal geen bruikbare resultaten op om menselijke leverziekten te kunnen behandelen. Daarom pakt prof. Peter Olinga het anders aan: hij gaat een model ontwikkelen waarin hij gebruik maakt van menselijke leverplakjes op een chip. Help Peter en zijn team proefdiervrij leveronderzoek te doen dat een beter leven mogelijk maakt voor mens en dier!
Meer over dit project
Impact van leverziekten
Leverziekten vormen een groot probleem voor de volksgezondheid, met name onder de groep mensen die overgewicht heeft. Door overgewicht kan vet zich in de levercellen ophopen. Dit kan leiden tot ontstekingen en vervolgens tot het ontstaan van verlittekening van de lever. Leververvetting geeft niet alleen ernstige schade aan de lever, maar vergroot ook het risico op hart- en vaatziekten en de ontwikkeling van leverkanker.
Alles over
proefdieren
proefdieren
In Nederland worden er elk jaar gemiddeld 450.000 dierproeven gedaan.
“Steeds meer onderzoekers gaan over op in vitro onderzoek. Dat levert simpelweg veel meer informatie op. Het is moeilijk om hier getallen aan te koppelen, maar zodra het bewijs er ligt dat dit model betere resultaten oplevert, gaan steeds meer onderzoekers hiermee aan de slag. Ik ben ervan overtuigd dat we met het gebruik van humaan materiaal veel dichter bij de mens staan, en dat is beter voor mens én dier!”
Prof. Peter Olinga
Universitair Hoofddocent aan de Rijksuniversiteit van Groningen
De plofmuis
Een veel gebruikt model in leveronderzoek is de zogenaamde plofmuis. Deze muis is zodanig genetisch gemanipuleerd dat het dier altijd honger heeft en nooit verzadigd raakt. Hierdoor ontwikkelt de muis overgewicht en kan leververvetting ontstaan. Echter, de leververvetting van de muis lijkt slechts voor 12% op de menselijke variant! Wij vinden het onbegrijpelijk dat de plofmuis nog steeds gebruikt wordt voor dit type onderzoek terwijl het geen betrouwbare resultaten oplevert voor de mens. Daarom is het zo belangrijk dat er een beter model wordt ontwikkeld waarbij gebruik wordt gemaakt van menselijk materiaal.
Leverplakjes op een chip
Prof. Peter Olinga en zijn onderzoeksteam ontwikkelen een model waarin ze gebruik maken van menselijk leverweefsel. Dit restweefsel is beschikbaar gekomen na een operatieve ingreep. Dit weefsel wordt in dunne plakjes gesneden. Deze plakjes zullen in een chip geplaatst worden. Deze chip bootst lichaamsprocessen na waardoor het weefsel zo lang mogelijk in leven kan worden gehouden. Met deze chip kunnen we in de toekomst beter onderzoek doen naar medicijnen tegen leverziekten.
Help mee!
Het onderzoeksteam weet inmiddels precies hoe de leverplakjes gemaakt kunnen worden. Nu is het zaak om deze plakjes in een chip te plaatsen. Om dit mogelijk te maken, hebben Peter en zijn team jouw hulp hard nodig! Doneer en zeg nee tegen de plofmuis, beter voor mens en dier!
Veelgestelde vragen
De onderzoeker aan het woord
Model met veel mogelijkheden
Ik weet precies hoe het model eruit gaat zien en welke mogelijkheden het heeft. Het mooie van onze leverplakjes op een chip is dat we meer te weten komen over het proces van leververvetting in de mens. In de toekomst kunnen we ook efficiënter zoeken naar mogelijke nieuwe medicijnen. Het voordeel van de leverplakjes is dat ze bestaan uit verschillende celtypes, net zoals de lever, waardoor een betrouwbaar model ontstaat van de echte menselijke lever.
Internationaal effect
Als je kijkt naar de directe effecten zal je zien dat dit model op de langere termijn veel proefdieren zal vervangen, omdat de plofmuis dan niet meer nodig is. Maar er is nog een indirect effect dat ook op korte termijn heel veel dieren zal besparen. Er werken in ons lab aan de Rijksuniversiteit Groningen namelijk onderzoekers uit alle delen van de wereld. Op dit moment zijn hier zeven nationaliteiten vertegenwoordigd. In Vietnam, om maar een voorbeeld te noemen, wordt heel anders aangekeken tegen het gebruik van proefdieren. De studenten die hier vertrouwd zijn geraakt met het gebruik van in vitro technieken, gaan thuis niet meer aan de slag met dierproeven als ze eenmaal bekend zijn met de veel efficiëntere proefdiervrije manieren om aan de gewenste informatie te komen. Zij krijgen sowieso een heel andere en kritische kijk op het gebruik van proefdieren mee.
Verwachtingen voor de toekomst
Steeds meer onderzoekers gaan over op proefdiervrije onderzoeksmethoden. Dat levert simpelweg veel meer informatie op. Het is moeilijk om hier getallen aan te koppelen, maar zodra het bewijs er ligt dat dit model betere resultaten oplevert, gaan steeds meer onderzoekers hiermee aan de slag. Wij zijn niet de enigen die werken aan de ontwikkeling van proefdiervrij onderzoek. Dat is een trend die gelukkig steeds meer navolging vindt. Help deze trend vooruit door bij te dragen aan ons project!